What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Quadraam
Ruimte voor talent
‹
Return to search
leerjaar 3 afsluitend
Wil jij iets lekkers winnen?
A
jaaaaaaaaaaaaaaaaaa
B
neeeeeeeeeeeeeeee
1 / 18
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wil jij iets lekkers winnen?
A
jaaaaaaaaaaaaaaaaaa
B
neeeeeeeeeeeeeeee
Slide 1 - Quiz
Wat is een lidwoord?
A
de, het, een
B
de, het
C
een
D
het
Slide 2 - Quiz
Waar hoort een lidwoord bij?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
Slide 3 - Quiz
Wat is juist?
Een zelfstandig naamwoord
A
kan je een lidwoord voor zetten
B
kan je in het meervoud zetten en verkleinen
C
mens, dier, plant, ding
D
A, B en C zijn allemaal juist
Slide 4 - Quiz
Hoelang heeft mevrouw Verhaegh op het Candea gewerkt?
A
1 jaar
B
1,5 jaar
C
2 jaar
D
2,5 jaar
Slide 5 - Quiz
Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
'Gisteren heb ik een tent opgezet'
A
gisteren
B
heb
C
opgezet
D
tent
Slide 6 - Quiz
Mevrouw Verhaegh, was vroeger een echte party-animal.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
vertelt iets over een zelfstandig naamwoord
B
vertelt iets over het werkwoord.
Slide 8 - Quiz
Wat is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
tent
B
groot
C
lief
D
hout
Slide 9 - Quiz
Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?
'Ik eet een klein nootje'
A
eet
B
nootje
C
klein
D
ik
Slide 10 - Quiz
Waar woont 'die vrouw' oftewel mevrouw Verhaegh.
A
Lobith
B
Loo
C
Bemmel
D
Huissen
Slide 11 - Quiz
Waar staat in een zin een bijvoeglijk naamwoord?
A
voor een zelfstandig naamwoord
B
achter een zelfstandig naamwoord
C
kan voor en achter een zelfstandig naamwoord
D
voor een werkwoord
Slide 12 - Quiz
Heeft mevrouw Verhaegh een gedichtenbundel geschreven?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quiz
Welk woord is een lidwoord?
het- hut- kaars
A
het
B
hut
C
kaars
Slide 14 - Quiz
Is lichtblond mijn echte haarkleur?
A
ja
B
vroeger wel
C
nee
Slide 15 - Quiz
Wat is een voorzetsel?
A
in
B
op
C
na
D
A,B en C zijn voorzetsels
Slide 16 - Quiz
Ga ik jullie missen?
A
Nee tuurlijk niet
B
Misschien
C
Echt niet
D
Ja tuurlijk wel
Slide 17 - Quiz
Wil je nog iets zeggen?
Slide 18 - Mind map