Quadraam
Ruimte voor talent

2Vc H3.2 en 3.3

2Vc
J. Thijssen
Nask
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NaskMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2Vc
J. Thijssen
Nask

Slide 1 - Slide

Wat weten we nog?
Vorige les zijn we gestart met hoofdstuk 3.
Ieder les beginnen we met een korte terugblik.

Dus...

Slide 2 - Slide

Welke stofeigenschappen weet je nog?

Slide 3 - Open question

Wat doen we vandaag?
Paragraaf 3.2 en 3.3

In 3.2 kijken we naar de veiligheid en het milieu
In 3.3 kijken we naar faseovergangen

Slide 4 - Slide

H3 Stoffen
Als we werken met stoffen is het ook belangrijk dat we hier veilig mee werken.
Om daarbij te helpen werken we met veiligheidspictogrammen.
Deze pictogrammen kom je veel tegen.

Slide 5 - Slide

H3 Stoffen
Maar niet alle stoffen zijn altijd gevaarlijk.
Water moeten we genoeg van binnen krijgen en medicijnen genezen ons.
Maar als we teveel binnen krijgen dan kan dat weer gevaarlijk zijn.

Slide 6 - Slide

H3 Stoffen
Maar niet alle stoffen zijn altijd gevaarlijk.
Water moeten we genoeg van binnen krijgen en medicijnen genezen ons.
Maar als we teveel binnen krijgen dan kan dat weer gevaarlijk zijn.

We hebben dan te maken met de dosis.
De dosis hangt, bij medicijnen, af van hoeveel iemand weegt.

Slide 7 - Slide

H3 Stoffen
Als laatste kijken we naar het scheiden van stoffen.
Dat noemen we recyclen.
Uit oude producten maken we nieuwe producten.

Daarmee verbruiken we minder grondstoffen en gaan materialen langer mee.

Slide 8 - Slide

H3 Stoffen
Maak opdracht 20, 23, 29

Slide 9 - Slide

H3 Stoffen
Stoffen kunnen we op verschillende manieren tegenkomen.
Namelijk vast, vloeibaar en gasvormig.

Slide 10 - Slide

Welke fase is sneeuw?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
D
water

Slide 11 - Quiz

Welke fase heeft regen?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
water

Slide 12 - Quiz

Als je tijdens een koude winterdag van buiten naar binnen gaat, beslaan je brillenglazen. Hoe heet de fase-overgang die dan plaatsvindt?
A
Bevriezen
B
Condenseren
C
Smelten
D
Verdampen

Slide 13 - Quiz

IJzel en regen zijn twee voorbeelden van neerslag.
In welk antwoord staat de juiste fase voor beide?
A
Regen en ijzel zijn beide vast
B
Regen en ijzel zijn beide vloeibaar
C
Regen is vast en ijzel is vloeibaar
D
Regen is vloeibaar en ijzel is vast

Slide 14 - Quiz

Bij welke fase-overgang wordt een vloeistof een gas?
A
Bevriezen
B
Condenseren
C
Vervluchtigen
D
Verdampen

Slide 15 - Quiz

De takken van bomen zijn in de winter ’s ochtends soms helemaal wit. Hoe heet de fase-overgang die daarvoor heeft gezorgd?
A
Bevriezen
B
Rijpen
C
Smelten
D
Condenseren

Slide 16 - Quiz

H3 Stoffen
Bij faseovergangen kijken we naar 2 andere stofeigenschappen.
Kookpunt en smeltpunt.

Wanneer deze punten bekend zijn kunnen we een fase-diagram
maken.
Daarin zie je wanneer een stof vast, vloeibaar of gas is.

Slide 17 - Slide

H3 Stoffen
Maak opdracht 36, 37, 40 en 42.

Slide 18 - Slide