Quiz!
De plek met alleen maar quizzen!

1.1 en 1.2 Economie Quiz Kopen = kiezen + consumeren

Kopen = kiezen + consumeren
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Kopen = kiezen + consumeren

Slide 1 - Slide

Een behoefte is:
A
Iets wat je doet
B
Iets wat je eet
C
Iets wat je maakt
D
Iets wat je wilt

Slide 2 - Quiz

Sjoerd heeft veel behoeftes. Zo heeft hij 's avonds behoefte aan TV kijken, behoefte aan appen met vrienden, behoefte aan chips & behoefte aan slaap. Welke van deze behoeftes heeft prioriteit?
A
Appen met vrienden
B
Chips
C
Slaap
D
TV Kijken

Slide 3 - Quiz

Uit eten gaan in een 3-sterren restaurant is een voorbeeld van een:
A
Basisbehoefte
B
Luxe behoefte
C
Primaire behoefte
D
Secundaire behoefte

Slide 4 - Quiz

Een trui kopen omdat het koud is in de winter is een voorbeeld van een:
A
Basisbehoefte
B
Luxe behoefte
C
Primaire behoefte
D
Secundaire behoefte

Slide 5 - Quiz

Verlichting op je fiets zodat je gezien wordt in het donker is een voorbeeld van een:
A
Basisbehoefte
B
Luxe behoefte
C
Primaire behoefte
D
Secundaire behoefte

Slide 6 - Quiz

Een fiets is een voorbeeld van een:
A
Gebruiksgoed
B
Verbruiksgoed

Slide 7 - Quiz

Meneer Loeffen geeft een economie les over goederen en diensten. Waarvan is dit een voorbeeld?
A
Dienst
B
Goed
C
Primaire behoefte
D
Saaie kost

Slide 8 - Quiz

De mate waarin je je behoeftes kan bevredigen met beschikbare middelen (geld en tijd). In de economie is dit de omschrijving van:
A
Welbevinden
B
Welnee
C
Welvaart
D
Welzijn

Slide 9 - Quiz

De gemeente Breda legt een gloednieuwe fietsstraat aan van Prinsenbeek naar Bavel zodat iedereen makkelijk en veilig door de stad kan fietsen. Hoe noemen we dat?
A
Collectieve voorziening
B
Consumptie
C
Particuliere productie
D
Zelfvoorziening

Slide 10 - Quiz

Je moeder vraagt je om thuis mee te helpen met de was te doen, zodat iedereen lekkere schone kleren heeft. Hoe noemen we dat?
A
Collectieve voorziening
B
Consumptie
C
Particuliere productie
D
Zelfvoorziening

Slide 11 - Quiz