Respect Foundation
Week van Respect

PO - Gouden Weken les 1 (van 6)

1 / 9
next
Slide 1: Slide
BurgerschapBasisschoolGroep 5-8

This lesson contains 9 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

Deze lessenreeks van zes lessen gaat over groepsdynamica; hoe maak je van je klas een groep die op een prettige manier met elkaar omgaan? Elke les heeft een korte introductie, tips en valkuilen en een klassikale les, evt. gevolgd door een opdracht. Iedere week doe je één van deze lessen. Groepsdynamiek Les 1: DE START - VORMEN. Het jaar begint, sommige leerlingen kennen elkaar, sommigen niet. Kennismaken kan op heel veel verschillende manieren. De eerste week introduceer je jezelf als leerkracht door iets over jezelf te vertellen. Vertel naast de alledaagse, schoolse zaken ook vijf dingen over jezelf die de leerling niet verwacht; waar je bent opgegroeid, wie is je creatieve buurman, of wat is je favoriete voetbalclub? Valkuil leerkracht in deze 1e les: Jezelf anders voor doen dan je bent. Kernwoorden: Zelfvertrouwen | Leren | Reflecteren | Sociale veiligheid | Samenwerken

Instructions

In de bijlage vind je de uitgebreide instructie en achtergrond van de 6 lessen Groepsdynamiek.

Voorbereiding
Elke leerling heeft een pen of potlood en papier nodig.

Burgerschap
Met deze lessenserie groepsdynamica werk je aan de volgende actuele burgerschapskerndoelen:

  • Kerndoel 1. Veilige schoolcultuur:
  • Zorgen voor een veilige schoolomgeving met aandacht voor diversiteit en inclusie.
  • Stimuleren van kritische denkvaardigheden, morele en ethische oordeelsvorming en het offline en online respectvol communiceren daarover.
  • Samen met leerlingen vormgeven van een democratische cultuur
  • Kerndoel 2. Diversiteit:
  • Verkennen van en reflecteren op de eigen offline en online identiteit in relatie tot anderen.
  • In gedrag rekening houden met ervaringen en perspectieven van anderen.
  • Kerndoel 3. Democratische waarden:
  • Verkennen op basis van morele en ethische perspectieven wat rechtvaardigheid en verantwoordelijk handelen betekent voor jezelf.
  • Afwegen hoe het eigen handelen effect heeft op de omgeving en het welzijn van anderen, nu en in de toekomst.
  • Kerndoel 4. Maatschappelijke betrokkenheid:
  • Benoemen en waarderen van de eigen bijdrage aan de samenleving in dagelijkse situaties.
  • Verkennen van de eigen mogelijkheden om maatschappelijke betrokkenheid vorm te geven.
  • Kerndoel 6. Maatschappelijke vraagstukken:
  • Uitdrukken van persoonlijke idealen en opvattingen.
  • Reflecteren hoe de eigen identiteit en waarden het handelen kunnen beïnvloeden.
  • Verkennen welke individuele en collectieve bijdragen aan oplossingen mogelijk zijn.

Instructions

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Een schooldag is vaak bomvol! Veel to do’s lopen in de klas door elkaar. Als leerkracht moet je overal bijspringen: je hebt wel 10 klasassistenten nodig. Ze zijn dichterbij dan je denkt, alle 25 zitten ze voor je. “Zou het niet fantastisch zijn als we elkaars talenten gaan benutten?” Bespreek deze ambitie met de klas en droom samen verder. “Kennen we elkaar daar wel goed genoeg voor? Weten we waar we goed in zijn?” Motiveer de klas om de blik op de ander te richten en wakker de nieuwsgierigheid aan.

  • Vertrekpunt = Wat weet je al van de ander?
  • Doel = Ogen open voor nieuwe dingen! 
  • Valkuil leerkracht les 1 = De grootste druktemakers verplichten om samen te werken met de stilste leerlingen van de klas.

Slide 2 - Slide

De leerlingen maken individueel een beschrijving van vijf feiten over zichzelf.  De feiten die ze opschrijven moeten dingen zijn die nog onbekend zijn bij de klasgenoten. Welke activiteiten doe je graag na school, welk beroep hebben je ouders, of wat is het coolste aan je kamer?

Ze schrijven de feiten op het blad en nummeren deze van 1 t/m 5. 

LET OP: De leerlingen zetten hun naam NIET op het blad. Ze vouwen vervolgens hun blaadje op en leveren deze in bij de leerkracht.
Hij/zij stopt ze in een afgesloten doos (of la). 

Slide 3 - Slide

Bespreek het voorbeeld en check of alle leerlingen hebben begrepen wat de bedoeling is.

Slide 4 - Slide

De leerkracht leest een aantal briefjes voor en de leerlingen proberen te raden om wie het gaat. De leerling wiens kaartje wordt voorgelezen, moet natuurlijk zorgen dat hij niet geraden wordt en doet actief mee met het spel. Na een paar minuten discussie wordt er gestemd. De meeste stemmen gelden. De docent vraagt aan de gekozen leerling of het inderdaad zijn/haar kaartje is. Nu moet hij/zij eerlijk antwoorden. Is hij/zij inderdaad de leerling op de kaart, dan schrijft de leerkracht de naam op het briefje en prikt dat op een prikbord. Is er niet goed geraden, dan gaat het briefje terug in de doos voor een volgende ronde. 

De volgende les speel je weer een aantal rondes van het spel. De leerlingen die aan het eind van het spel nog in de doos zitten, winnen!

Slide 5 - Slide

Door naar onderdeel 2! Een onderdeel waar leerlingen (persoonlijke) ervaringen met elkaar gaan delen.

Slide 6 - Slide

De leerlingen gaan elkaar interviewen over de gekste, leukste, bijzonderste activiteit van afgelopen zomer. Start je op een ander moment, dan kun je natuurlijk ook het weekend als onderwerp nemen.

 

Slide 7 - Slide

Maak duo’s. De leerlingen interviewen elkaar over de vakantie. Eerst vertelt de één (5 tot 7 min). Dan -op teken van de leerkracht- wisselen ze van rol (5 tot 7 min).  Ze moeten elkaar flink aan de tand voelen, blijf vissen tot je alle feiten hebt! Het is de bedoeling dat de leerling goed doorvraagt en de gekste details verzamelt. 
Loop rond en check of er goed wordt doorgevraagd.

De leerlingen moeten goed opletten of aantekeningen maken, want ze moeten het straks nog na kunnen vertellen.


Slide 8 - Slide

Maak nu viertallen. 

De leerlingen presenteren elkaar in deze viertallen:

Leerling 1 zegt wat leerling 2 heeft verteld. Leerling 2 zegt wat leerling 1 heeft verteld. Leerling 3 zegt wat leerling 4 heeft verteld. Leerling 4 zegt wat leerling 3 heeft verteld. 

Neem hier ongeveer 10 minuten de tijd voor.

Slide 9 - Slide

Sluit de les klassikaal af.

Vraag elk viertal wat het leukst, gekst of meest bijzondere detail was dat ze hebben gehoord.