Taalproject 'Dit ben ik!

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Taalproject

DIT BEN IK!

Dinsdag 14-2-2023

Wat gaan we doen?

1. Schrijven op A2-niveau: het gebruikmaken van 

maar, want, dus, en of of tussen twee zinnen.

2. schrijf 5 zinnen (of meer) over je onderwerp en maak gebruik van de woordjes maar, want, dus, en of of in 2 zinnen.

3. Klaar? Cursist A leest zijn verhaal voor aan cursist B en andersom

Bas wil fietsen, maar zijn fiets is gestolen.

Bas gaat met de tram, want zijn fiets is gestolen. 

De fiets van Bas is gestolen, dus hij neemt de tram.

Bas koopt nieuwe schoenen en hij zoekt een cadeau.

Hij koopt een boek of hij koopt een bos bloemen.

Je praat over een tegenstelling.

Je geeft een reden.

Je praat over iets wat logisch na iets anders gebeurt.

Je praat over twee dingen.

Je kunt tussen twee dingen kiezen.         

De woorden maar, want, dus, en en of geven een speciale betekenis aan de zin.

Je gebruikt de woorden maar, want, dus, en en of tussen twee zinnen.

maandag 6-2-2023

Wat gaan we doen?

1. Praat samen over het weekend.

2. Praat samen: Welk beroep is het?

3. Luister naar het lied en vul in.

4. Ga verder met je boekje Dit ben ik.

maandag 6-2-2023

9.00 -10.15 uur

Wat gaan we doen?

1. Praat samen.

Cursist A: je vertelt wat je hebt gedaan in het weekend.

Klaar?

Cursist B: je vertelt wat je hebt gedaan in het weekend.

maandag 6-2-2023

9.00 - 10.15 uur

2. Praat samen.

Cursist A: je vertelt over het beroep wat je later wilt worden.

Cursist B: je luistert. Welk beroep is het?

Klaar?

Cursist B: je vertelt over het beroep wat je later wilt worden.

Cursist A: je luistert. Welk beroep is het?

maandag 6-2-2023

3. Luister goed naar het lied:

Ode aan het MBO

Luister nog een keer goed.

Vul in.

www.tiktok.com

maandag 6-2-2023

4. Ga verder met je boekje Dit ben ik.

31 januari 2023 

9.00 - 10.15 uur

Wat gaan we doen vandaag:

1. Kies de 2 onderwerpen, waar je vandaag over gaat schrijven.

2. Kies de daarbij behorende plaatjes of foto's voor in je boekje.

3. Schrijf tenminste 5 zinnen, die iets vertellen over je onderwerp.

Taalproject

Taalproject Dit ben ik!

Bespreek in tweetallen wat je zo allemaal zou kunnen vertellen over jezelf en schrijf dat op ( er hoeft maar 1 persoon te schrijven).

Dit ben ik!

Wie ben jij? Heb je broers en zussen, of ben je enig kind? Heb je een huisdier? Houd je van voetbal, muziek maken of gamen? Wat wil je worden? In welke landen heb je gewoond? Heb je een idool?

Je maakt een boekje over jezelf met foto’s en tekst en houdt een presentatie (in je groepje of voor de klas).

Stap 1 

Kies zes onderwerpen uit de lijst hiernaast 

• Mijn gezin en mijn familie

• Mijn hobby’s

• Mijn sport(en)

• Mijn huisdieren

• Mijn muziek

• Mijn vrienden/vriendinnen

• Landen waar ik heb gewoond

• Mijn leven hier in Nederland

• Mijn favoriete boeken

• Wat ik later wil worden

• Mijn idolen

• eigen onderwerp

Stap 2

Verzamel illustraties. Maak tekeningen en verzamel foto’s en tekeningen op internet.

Stap 3 

Schrijfopdracht: een boekje over jezelf maken

- Het boekje heeft minimaal zes pagina’s.

- Iedere pagina gaat over één van de zes onderwerpen.

- De helft van elke pagina is voor foto’s en tekeningen. Op de andere helft van de pagina staan minimaal vijf zinnen over het onderwerp van de pagina.

- Je hebt drie lessen om dit boekje te maken.

-

Stap 3

 Schrijfopdracht: een boekje over jezelf maken

- Nummer de pagina’s.

- Maak een inhoudsopgave.

- Maak er een boekje van met een mooie omslag.

Je mag je computer gebruiken voor ideeën, informatie en illustraties, maar je schrijft het boekje in je eigen woorden! Dus geen teksten knippen en plakken!

Gebruik woordenboeken, je boek voor Nederlands en vraag je docent om advies en hulp met de taal.

Stap 4 

Spreekopdracht:

Houd een presentatie over jezelf voor de klas of in je groepje. 

Na afloop beantwoord je de vragen van je klasgenoten.

Criteria

Schrijfopdracht: boekje over jezelf

1. De tekst in het boekje is interessant.

2. De pagina’s zijn aantrekkelijk om te zien (illustraties, indeling pagina’s).

3. Zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt of vraagteken.

4. De woordkeuze is passend.

5. Het boekje heeft een inhoudsopgave, titelblad en omslag.

Criteria

Spreekopdracht: presentatie

1. De presentatie is leuk om naar te luisteren.

2. Je maakt meestal correcte zinnen.

3. Je leest niet voor.

4. Je reageert adequaat op de vragen van je publiek.

Datum + uur 

Elke dinsdagochtend het 1e blokuur van 9.00 tot 10.15 uur

gedurende 5 of 6 weken.

Taken

 - Onderwerpen kiezen

- Illustraties verzamelen

- 6 pagina’s maken

- Boekje afmaken

Wanneer moet het boekje klaar zijn:

Deadline boekje over jezelf:

dinsdag 14 februari

Maak een pagina over een groepsgenoot. Bereid interview-vragen voor en neem het interview af. Maak een geluidsopname en werk het interview uit. Voeg de pagina toe aan je boekje.

PowerPointpresentatie maken van je boekje en presenteren voor de klas