Rijn IJssel
Visit the website
‹Return to search

Herhaling grammatica unit 3

Open:


- Schrift + pen


Dicht:
 
- Laptop

Pas open als docent het zegt!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Open:


- Schrift + pen


Dicht:
 
- Laptop

Pas open als docent het zegt!

Slide 1 - Slide

Today
- Repetition grammar unit 3
- Practice test
Tips for studying:
- Grammar exercises (check Magister.me/Magister)
- Practice with WRTS
- Toets jezelf/versterk jezelf/oefentoets in the online method All right! (Unit 3)

Slide 2 - Slide

The rules
  • No phones
  • When you come in, get your stuff ready. Laptop etc.
  • Want to say something or ask a question? Raise your hand.
  • Don't interrupt teacher or classmates.
  • Laptop closed or turned around during instructions.

  • Treat each other (and their stuff) with respect.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Grammar topics
  • Word order (place before time)
  •  Much/many/little ....
  • Tag questions

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Telbaar (4 lamps)

Slide 10 - Slide

Telbaar (about 16 hairs)
Ontelbaar

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Tag questions
Wat zijn dat? Korte vragen aan het einde van een zin.
In het Nederlands zeg je vaak: 'toch?'


You are Dave, aren't you?
She is your sister, isn't she?

Slide 13 - Slide

+ and -
Het werkt als een soort batterij.
Als in het eerste deel 'not'/ n't staat, staat dat in deel 2 niet.



You are Dave, aren't you?


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Tag questions
Staat het woord not/n't al in het eerste deel van de zin?
Herhaal het ww uit het eerste deel van de zin en zet daar not bij + I/you/he/she/it/we/they/you

You are Dave, aren't you?
She is your sister, isn't she?
We have got a dog, haven't we?

Slide 16 - Slide

Tag questions
Staat het woord not/n't al wel in het eerste deel van de zin?
Herhaal het ww uit het eerste deel van de zin+ I/you/he/she/it/we/they/you

You aren't a fast runner, are you?
She isn't your sister, is she?
We haven't got a dog, have we?

Slide 17 - Slide

Tag questions
Bij 2 werkwoorden in de zin, gebruik je het eerste werkwoord:



She can play the guitar, can’t she?

Slide 18 - Slide

Tag questions
Als er maar 1 werkwoord in de zin staat en dit is niet am/is/are/have/has/can/must/will:
gebruik do/don’t/does/doesn’t in je tag question.

She works at the library, doesn't she?
We walk to school, don't we?

Slide 19 - Slide

Uitzondering
Wanneer je 'am' in je eerste deel van de zin hebt staan, dan moet je in deel twee 'are' gebruiken.


I am your friend, aren't I?
I am a fast runner, aren't I?

Slide 20 - Slide

Oefentoets
  1. Ga naar Magister.me
  2. Open 'week 10 - weekoverzicht' 
  3. Klik op link oefentoets

Slide 21 - Slide