What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
3.3 Voltooid en tegenwoordig deelwoord
Nederlands
Esther Kamphuis
Schooljaar 2021-2022
Leerjaar 1
0PW3B
3F
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,4
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Esther Kamphuis
Schooljaar 2021-2022
Leerjaar 1
0PW3B
3F
Slide 1 - Slide
Wat komt er aan bod?
Terugblik --> persoonsvorm in de verleden tijd
Huiswerk
Kahoot van afgelopen twee lessen (pv in de t.t. en v.t.)
Vandaag:
Voltooid- en tegenwoordig deelwoord
Slide 2 - Slide
Ophalen van voorkennis:
wat is een voltooid deelwoord en wat is een tegenwoordig deelwoord?
Slide 3 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord?
Het vd geeft aan dat iets afgerond is, het is voorbij.
Ik heb lang gezwommen, ik zwem nu niet meer
Het vd is – anders dan de persoonsvorm – een werkwoord dat niet van vorm verandert.
Slide 4 - Slide
Voltooid deelwoord
Slide 5 - Slide
Waarom de een met een -t en de ander met een -d?
Het plan verandert.
Het plan is veranderd.
Slide 6 - Slide
Schrijf een zin op waarbij het voltooid deelwoord eindigt op een -t.
Maak er een foto van en lever het in.
Slide 7 - Open question
Voorbeelden
Marcella heeft de groenten gewokt.
De vloer moet nog worden gedweild.
Heb jij hem dat beloofd?
Slide 8 - Slide
Het tegenwoordig deelwoord
Het tegenwoordig deelwoord beschrijft iets wat aan de gang is of was.
Vaak geeft het aan dat twee handelingen tegelijk plaatsvonden.
Ik ging lopend naar mijn werk.
Je schrijft het hele werkwoord + d. Bijvoorbeeld:
Rosita ziet er
stralen-d
uit.
Renske werkt graag
staand
.
Job rende
gillend
weg.
Slide 9 - Slide
Bijvoeglijk gebruik van deelwoorden
Voltooide en tegenwoordige deelwoorden kunnen ook bijvoeglijk gebruikt zijn.
Bijvoorbeeld:
een spelend kind (tegenwoordig deelwoord)
de gevangen vis (voltooid deelwoord)
Schrijf dit zo kort mogelijk, zonder dat je uitspraakproblemen krijgt.
de vergrote foto
het geschatte bedrag (geschate spreek je anders uit)
Slide 10 - Slide
gebeurt
verhitte
beoordeeld
lopend
Er staan 4 vier werkwoorden. Maak goede combinaties. De vorm van het werkwoord is........
persoonsvorm verleden tijd enkelvoud
persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud
voltooid deelwoord
tegenwoordig deelwoord
Slide 11 - Drag question
Aan de slag
Maken: Gram 3, 3.3 opdracht 1 t/m 6
Kiezen:
Zelfstandig aan de slag of de eerste opdrachten samen.
Alvast noteren:
donderdag 9 dec toets
hoofdstuk 3 grammatica
(wordt tijdens de les afgenomen)
Slide 12 - Slide