Grip op geld les 4

Grip op geld
les 4

Nederland,
goed geregeld
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Grip op geld
les 4

Nederland,
goed geregeld

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les:
Kun je uitleggen wat er gebeurt met belastinggeld

Slide 2 - Slide

Verschillende soorten belasting
  • directe belasting (loon)
  • indirecte belasting (btw)
  •  premies volksverzekering (pensioen)
  • premies werknemersverzekering (WW)
  • directe belastingen (zorgverzekeringspremies)

Slide 3 - Slide

Indirecte Belasting
Geld wat burgers betalen aan de overheid. 
Goederen 21%
Eten, drinken medicijnen 9%. 

Slide 4 - Slide

Belasting
Geld wat burgers betalen aan de overheid. 
Goederen 21%
Eten, drinken medicijnen 9%. 
Blikje cola uit de automaat: €1,20
9% = €0,11 --> Naar de staat
€1,09 --> Naar de catering

Slide 5 - Slide

Belasting
Geld wat burgers betalen aan de overheid. 
Goederen 21%
Eten, drinken medicijnen 9%. 
PS4: €400
21% = €84 --> Naar de staat
€316 --> Naar de Media Markt

Slide 6 - Slide

Accijns
Extra belasting op slechte producten zoals brandstof, alcohol, tabak
Benzine: €1,63 per liter
5 liter: €8,15

Slide 7 - Slide

Wat doet de staat met belastinggeld?

Slide 8 - Slide

waar gaat belastinggeld naar toe

Slide 9 - Mind map

Uitgave posten van Nederland
  1. Zorg
  2. Sociale zekerheid
  3. Onderwijs
  4. Infrastructuur
  5. Defensie
  6. Justitie
  7. Buitenlandse zaken
  8. Ontwikkelingssamenwerking

Slide 10 - Slide

Hoeveel kreeg de staat in 2018 aan inkomsten uit belasting en accijns?
A
Minder dan €500 miljoen
B
Meer dan €500 miljoen

Slide 11 - Quiz

€ 282.525.000.000
282 miljard 525 miljoen euro

Slide 12 - Slide

Extra belasting op alcohol
A
Belasting
B
Accijns

Slide 13 - Quiz

0

Slide 14 - Video

Sociale zekerheid
Een deel van jouw belastingen bestaat uit sociale zekerheidspremies. Dat betekent dat als jij ziek wordt of zonder baan komt te zitten, je niet direct zonder inkomen zit. De overheid zorgt dat voor jou. De belangrijkste 3 wetten daarvoor zijn WW, WIA en AOW

Slide 15 - Slide

WIA


Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen is een Nederlandse wet die op 29 december 2005 in werking is getreden en is de opvolger van de WAO. De wet regelt een uitkering voor de periode na de wettelijke loondoorbetalingstermijn van 104 weken. De WIA is een werknemersverzekering.

Slide 16 - Slide

WW
De Werkloosheidswet of WW is een Nederlandse wet, en een werknemersverzekering die daarin wordt geregeld, die werkloze werknemers, met voldoende arbeidsverleden en beschikbaar voor arbeid, een werkloosheidsuitkering biedt. De uitvoering geschiedt door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.

Slide 17 - Slide

AOW
De Algemene Ouderdomswet regelt in Nederland het verplichte, collectieve ouderdomspensioen dat als algemene basis dient voor Nederlandse ouderdomspensioenen. De AOW is een van de zogenoemde volksverzekeringen.

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Maken opdrachten les 4 handleiding

Slide 19 - Slide