AGAA C2 week 5: hoofdpijn en migraine

Leerdoelen (1)
Aan het eind van de les weet je:
  • Wat de belangrijkste vormen van hoofdpijn zijn;
  • Wat de verschijnselen van de verschillende vormen van hoofdpijn zijn;
  • Welke medicatie gebruikt wordt om de verschillende vormen van hoofdpijn te bestrijden;
  • Wat de werking, toepassing, bijwerkingen en contra – indicaties van deze middelen zijn;
  • Welke problemen er kunnen ontstaan als pijnmedicatie bij de verschillende vormen van hoofdpijn niet goed gebruikt wordt;

1 / 13
next
Slide 1: Slide
Geneesmiddelkennis ApothekersassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leerdoelen (1)
Aan het eind van de les weet je:
  • Wat de belangrijkste vormen van hoofdpijn zijn;
  • Wat de verschijnselen van de verschillende vormen van hoofdpijn zijn;
  • Welke medicatie gebruikt wordt om de verschillende vormen van hoofdpijn te bestrijden;
  • Wat de werking, toepassing, bijwerkingen en contra – indicaties van deze middelen zijn;
  • Welke problemen er kunnen ontstaan als pijnmedicatie bij de verschillende vormen van hoofdpijn niet goed gebruikt wordt;

Slide 1 - Slide

Leerdoelen (2)
Aan het eind van deze les kan je:
  • Uitleg geven over werking, bijwerkingen en contra – indicaties en gebruik van pijnmedicatie bij hoofdpijn;
  • Medicatiebewakingssignalen bij het aanschrijven van pijnstillende medicatie bij hoofdpijn afhandelen;
  • Advies geven aan mensen die klachten hebben van hoofdpijn;

Slide 2 - Slide

Er komen regelmatig vragen in de apotheek over hoofdpijn. Wanneer verwijs je naar de arts. Noem tien situaties:

Slide 3 - Open question

Welk kenmerk hoort bij welk type hoofdpijn?
spanningshoofdpijn
clusterhoofdpijn
migraine
medicatie-
overgebruikshoofdpijn
eenzijdig bij oog
licht tot matige pijn
4 - 72 uur lang
veel gebruik van pijnstillers
zeer heftige pijn
overgevoelig voor licht & geluid
tot 8 aanvallen per dag
> dan 15 dagen per maand
geen toename bij activiteiten

Slide 4 - Drag question

Welk geneesmiddel wordt NIET gebruikt om een migraine aanval te verlichten?
A
diclofenac
B
metoprolol
C
paracetamol
D
sumatriptan

Slide 5 - Quiz

Welk geneesmiddel kan worden gebruikt als profylacticum om het aantal migraine aanvallen te verminderen?
A
aceclofenac
B
candesartan
C
paracetamol
D
verapamil

Slide 6 - Quiz

Wat is off - label gebruik?

Slide 7 - Open question

Welke twee middelen kunnen gebruikt worden om misselijkheid bij migraine te bestrijden?

Slide 8 - Open question

Wat is het juiste moment om sumatriptan te gebruiken tegen een migraine aanval?

Slide 9 - Open question

Wanneer wordt migraine profylaxe overwogen?
A
bij 1 of meer aanvallen per maand
B
bij 2 of meer aanvallen per maand
C
bij 3 of meer aanvallen per maand
D
bij 4 of meer aanvallen per maand

Slide 10 - Quiz

Wanneer spreken we van medicatie overgebruikshoofdpijn?
A
pijnstillers meer dan 15 dagen per maand of triptanen meer dan 10 dagen per maand
B
pijnstillers meer dan 10 dagen per maand of triptanen meer dan 15 dagen per maand
C
pijnstillers meer dan 10 dagen per maand of triptanen meer dan 10 dagen per maand
D
pijnstillers meer dan 15 dagen per maand of triptanen meer dan 15 dagen per maand

Slide 11 - Quiz

Op welke manier kan medicatie overgebruikshoofdpijn worden behandeld?
A
hoge doses paracetamol
B
hoge doses NSAID's
C
hoge doses triptanen
D
stoppen met pijnstillers en triptanen

Slide 12 - Quiz

Welke middelen kunnen gebruikt worden bij een aanval van clusterhoofdpijn?

Slide 13 - Open question