Mevrouw Peeters (52) krijgt sinds twee dagen sondevoeding via een neus maagsonde. Vandaag komt verzorgende Ilse langs om de sondevoeding toe te dienen. Als ze begint met het toedienen van de sondevoeding krijgt mevrouw Peeters opeens last van kriebelhoest. Ze krijgt het ook erg benauwd.
A
de inloopsnelheid van de sondevoeding is te hoog
B
de sondevoeding is te koud
C
de voedingssonde zit in de luchtpijp
D
de voedingssonde irriteert de luchtpijp
Slide 2 - Quiz
een Colostoma is een:
A
urinestoma
B
dikke darm stoma
C
dunne darm stoma
Slide 3 - Quiz
een ileostoma is:
A
een urine stoma
B
een dikke darm stoma
C
een dunne darm stoma
Slide 4 - Quiz
intermitterend katheteriseren doe je hoe vaak per dag
A
tussen de 4 en 6 maal
B
tussen de 8 en 10 maal
Slide 5 - Quiz
wat zijn 2 nadelen van een verblijfskatheter
A
risico op artritis
B
risico op prostatitis (bij mannen)
C
risico op urethritis
D
risico op galstenen
Slide 6 - Quiz
een SP katheter zit op de volgende plek:
A
boven het schaambeen
B
onder het schaambeen
Slide 7 - Quiz
een sp katheter wordt ingebracht door
A
Neuroloog
B
Anesthesioloog
C
Uroloog
D
Verzorgende
Slide 8 - Quiz
welke methoden van blaasspoelen kennen we (meerdere antwoorden mogelijk)
A
gesloten systeem
B
open methode
C
beide juist
D
beide onjuist
Slide 9 - Quiz
het opheffen of voorkomen van verstoppingen is geen indicatie van blaasspoelen
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
de beste temperatuur van blaasspoelvloeistof is
A
op kamer temperatuur
B
maakt niet uit
C
op lichaamstemperatuur
D
40 graden
Slide 11 - Quiz
observatiepunten bij het inbrengen van een neusmaagsonde kunnen zijn(meerdere antwoorden mogelijk):
A
benauwdheid
B
hoesten
C
de sonde komt niet verder
D
geen maagretentie
Slide 12 - Quiz
sondevoeding kan zowel kant en klaar als in poedervorm zijn
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
om de ligging van de neus/maagsonde te controleren mag je:
A
ph waarde controle doen
B
met de stethoscoop controleren of de sonde goed zit
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist
Slide 14 - Quiz
wanneer een zorgvrager aspireert komt er voeding in de
A
longen/luchtwegen
B
maag
C
darm
D
slokdarm
Slide 15 - Quiz
welke katheter gebruik je wanneer je ook continu moet blaasspoelen?
A
eenmalige katheter
B
driewegkatheter
C
dubbelloopskatheter
Slide 16 - Quiz
wat is geen indicatie voor het inbrengen van een verblijfskatheter
A
urineretentie
B
postoperatief
C
wens van de zorgvrager
D
obstructie van de prostaat
Slide 17 - Quiz
kies uit verschillende methodes om te katheteriseren
A
eenmalig katheteriseren
B
tweemalig katheteriseren
C
Intimiderend katheteriseren
D
intermitterend katheteriseren
Slide 18 - Quiz
katheteriseren is een voorbehouden handeling
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quiz
een Tiemann katheter heeft een gebogen punt
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
een dubbellumen katheter word ook wel een...... (welk antwoord is juist) genoemd