Meten- en meetkunde 3F

• Mentorles
• MBO
• Studiejaar 4

Quiz rekenen

Hoeveel minuten en seconden is 1,5 minuut?

1. 1 minuut en 30 seconden
2. 2 minuten
3. 1 minuut en 45 seconden
4. 3 minuten

Hoeveel minuten en seconden is 1,1 minuut?

1. 1 minuut en 10 seconden
2. 1 minuut en 6 seconden
3. 1 minuut en 11 seconden
4. 1 minuut en 60 seconden

Hoeveel seconden is 1 uur?

1. 600 seconden
2. 6000 seconden
3. 360 seconden
4. 3600 seconden

Hoeveel seconden is 0,5 uur?

1. 1800 seconden
2. 2500 seconden
3. 18000 seconden
4. 2000 seconden

De schaatser schaatst 500 meter in 45 seconden. In hoeveel seconden schaatst hij in 100 meter?

De achtbaan heeft een lengte van 800 meter. Een ritje duur 100 seconden. Hoeveel meter per seconde (m/s) rijdt de achtbaan?

De snelheid is 1 m/s. Hoeveel kilometer per uur (km/u) is dat?

1. 3,6 km
2. 36 km
3. 360 km
4. 3600 km

1 mijl = 1,6 km
hoeveel km is 30 mijl?

1. 48 km
2. 22,5
3. 31,8 km
4. 35,3

In één uur rijdt hij 30 mijl.
Hoeveel mijl rijdt hij in 10 minuten?

1. 5 mijl
2. 10 mijl
3. 6 mijl
4. 20 mijl

Hoeveel km/uur rent Usain Bolt?

1. 37580,29
2. 37,8
3. 37578,29
4. 37,5

Aan de slag

Zelftest: H11 Tijd en snelheid Blz:90, 91

Zelftest: H12 kaarten en routes Blz:114, 115, 116

Tips en Tops

Lesdoelen:

De student kan aan het einde van de les de begrippen normen en waarden in eigen woorden uitleggen.

De student kan aan het einde van de les professionele eigenschappen bij zichzelf herkennen.

Bedankt