What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
Hoofdletters en leestekens
Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van winkels
B
Familienamen
C
Namen van maanden
D
Namen van musea
1 / 20
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van winkels
B
Familienamen
C
Namen van maanden
D
Namen van musea
Slide 1 - Quiz
Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van feestdagen
B
Namen van maanden
C
Namen van personen
D
Namen van bedrijven
Slide 2 - Quiz
Typ de zin over en plaats waar nodig een komma / komma's:
Marcel schiet toch eens op!
Slide 3 - Open question
Ik wil graag eerder weg omdat ik naar de huisarts moet.
Typ de zin hierboven opnieuw met de komma / komma's op de juiste plek.
Slide 4 - Open question
Waar moet de komma?
Johan kom je ook?
Slide 5 - Open question
Wat is goed geschreven?
A
skieen
B
skiëen
C
skieën
D
skieeen
Slide 6 - Quiz
Goed geschreven
Fout geschreven
Meivakantie
Volkswagen
collegas
spanje
Madrid
financieële
accu's
patient
beëindigen
s' middags
Slide 7 - Drag question
Welke woorden moet je met een hoofdletter schrijven?
zaterdag
rotterdam
dinsdag
franstalig
Slide 8 - Poll
Achter welk woord moet een komma?
We hebben verschillende nieuwe kleuren in ons assortiment: roze groen en blauw.
A
kleuren
B
roze
C
groen
Slide 9 - Quiz
In welke zin zijn de leestekens goed gebruikt?
A. De bezorger vroeg, 'Mag ik het pakketje van uw buren hier achterlaten?'
B. De bezorger vroeg: 'Mag ik het pakketje van uw buren hier achterlaten?'
A.
B.
Slide 10 - Poll
Typ de woorden over. Gebruik op de goede plaats een trema.
reunie, knieen, Belgie, concierge, financien
Slide 11 - Open question
Is de volgende zin goed of fout geschreven?
Anne, heb jij de opdracht gemaild?
A
Goed
B
Fout
Slide 12 - Quiz
Is de volgende zin goed of fout geschreven?
Wanneer je voor het eerst bij je stage komt, moet je je voorstellen.
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quiz
Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.
Als het pijn doet geef je maar een gil
Slide 14 - Open question
Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.
Levi wil je die bak met pennen potloden en stiften aangeven
Slide 15 - Open question
Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.
Ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben
Slide 16 - Open question
Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
Juist of onjuist:
maandag
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Juist of onjuist:
Audi
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
Juist of onjuist:
afrikaanse
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz