What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
Taalcompleet thema 1 (A1)
Thema 1
Hallo
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Thema 1
Hallo
Slide 1 - Slide
Welke klank hoor je?
A
/oo/
B
/oe/
C
/ee/
D
/ui/
Slide 2 - Quiz
Welke klank hoor je?
A
/oo/
B
/oe/
C
/ee/
D
/ui/
Slide 3 - Quiz
Welke klank hoor je?
A
/oo/
B
/oe/
C
/eu/
D
/ui/
Slide 4 - Quiz
Welke klank hoor je?
A
/i/
B
/e/
C
/ee/
D
/aa/
Slide 5 - Quiz
Welke klank hoor je?
A
/ie/
B
/ei/ij/
C
/ee/
D
/ui/
Slide 6 - Quiz
Welke klank hoor je?
A
/ie/
B
/ei/ij/
C
/ee/
D
/ui/
Slide 7 - Quiz
Welke klank hoor je?
A
/ie/
B
/e/
C
/ee/
D
/ui/
Slide 8 - Quiz
Welke klank hoor je?
A
/i/
B
/e/
C
/aa/
D
/a/
Slide 9 - Quiz
Vul in:
Waar kom je _____?
Slide 10 - Open question
Vul in:
Ik kom ____ Italië.
Slide 11 - Open question
Vul in:
Mijn vader en mijn moeder zijn mijn ______.
Slide 12 - Open question
Vul in:
Ik heb veel familie _____ in Nederland.
Slide 13 - Open question
Vul in:
________ woon jij?
Slide 14 - Open question
Vul in:
________ ben jij?
Slide 15 - Open question
Vul in:
______ is je naam?
Slide 16 - Open question
Vul in:
Ik heb een dochter. _____ heet Aisha.
Slide 17 - Open question
Vul in:
Ik heb een broer. _____ heet Wim.
Slide 18 - Open question
Vul in:
Mijn ouders zijn opa en oma.
_____ hebben zes kleinkinderen.
Slide 19 - Open question
Hij ____ mijn broer.
A
zijn
B
ben
C
is
D
bent
Slide 20 - Quiz
De meisjes _____ zusjes.
A
zijn
B
ben
C
is
D
bent
Slide 21 - Quiz
De docent ____ vandaag ziek.
A
zijn
B
ben
C
is
D
bent
Slide 22 - Quiz
______ jij een jongen?
A
zijn
B
ben
C
is
D
bent
Slide 23 - Quiz
Hoe oud _____ jij?
A
zijn
B
ben
C
is
D
bent
Slide 24 - Quiz
De jongens _____ nieuwe schoenen.
A
heb
B
heeft
C
hebben
D
hebt
Slide 25 - Quiz
Mijn neefje _____ een zusje.
A
heb
B
heeft
C
hebben
D
hebt
Slide 26 - Quiz
______ jij een grote familie?
A
heb
B
heeft
C
hebben
D
hebt
Slide 27 - Quiz
Mijn zus en ik _____ geen broer.
A
heb
B
heeft
C
hebben
D
hebt
Slide 28 - Quiz
Vul een goede vorm van hebben in:
Vandaag _____ de leerlingen een toets.
Slide 29 - Open question
Vul een goede vorm van hebben in:
Het kind ______ een lieve oma.
Slide 30 - Open question
Vul een goede vorm van zijn in:
Je oma _____ oud.
Slide 31 - Open question
Vul een goede vorm van zijn in:
Wij ____ morgen vrij.
Slide 32 - Open question
Vul een goede vorm van zijn in:
______ jij lief?
Slide 33 - Open question
Wat hoor je?
Slide 34 - Open question
Wat hoor je?
Slide 35 - Open question
Wat hoor je?
Slide 36 - Open question
Wat hoor je?
Slide 37 - Open question
Wat hoor je?
Slide 38 - Open question
Wat hoor je?
Slide 39 - Open question
Heb je vragen over thema 1?
Slide 40 - Open question