Irregular verbs + part 3 of the movie
1 / 21
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat is een voorbeeld van een onregelmatig werkwoord?
A
dig - dug - dug
B
walk - walked - walked
Slide 4 - Quiz
go - went - gone
Dit zijn de onregelmatige werkwoorden van 'gaan'.
Dit zijn de onregelmatige werkwoorden van 'gaan'.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Onregelmatige werkwoorden
Wat is het rijtje van het werkwoord:
groeien
Wat is het rijtje van het werkwoord:
groeien
A
grew - grown - grow
B
grow - grewed - grown
C
grow - grown - grew
D
grow - grew - grown
Slide 6 - Quiz
Onregelmatige werkwoorden
Wat is het rijtje van het werkwoord:
rennen
Wat is het rijtje van het werkwoord:
rennen
A
ran - run - ran
B
run - run - run
C
run - ran - ran
D
run - ran - run
Slide 7 - Quiz
Onregelmatige werkwoorden
Wat is het rijtje van het werkwoord:
bijten
Wat is het rijtje van het werkwoord:
bijten
A
bite - bitten - bit
B
bite - bit - bitten
C
bite - bitten - bited
D
bitten - bite - bit
Slide 8 - Quiz
Onregelmatige werkwoorden
De verleden tijd van:
to read:
De verleden tijd van:
to read:
A
red
B
read
C
rode
D
readed
Slide 9 - Quiz
Onregelmatige werkwoorden:
Wat is het rijtje van het werkwoord:
nemen
Wat is het rijtje van het werkwoord:
nemen
A
take - teek - took
B
taak - teek - took
C
take - took - taken
D
take - took - taked
Slide 10 - Quiz
Onregelmatige werkwoorden
Wat is het rijtje van het werkwoord:
schrijven
Wat is het rijtje van het werkwoord:
schrijven
A
write, write, write
B
write, wrote, write
C
write, wrote, written
D
write, written, written
Slide 11 - Quiz
Onregelmatige werkwoorden:
Wat is het rijtje van het werkwoord:
bijten
Wat is het rijtje van het werkwoord:
bijten
A
bite - bitten - bit
B
bite - bit - bitten
C
bite - bitten - bited
D
bitten - bite - bit
Slide 12 - Quiz
Onregelmatige werkwoorden:
Wat is het rijtje van het werkwoord:
tekenen
Wat is het rijtje van het werkwoord:
tekenen
A
draw - drew - drawn
B
draw - draw - drawn
C
drew - draw - drewn
D
drew - drew - drawn
Slide 13 - Quiz
Onregelmatige werkwoorden:
Welk rijtje klopt NIET?
Welk rijtje klopt NIET?
A
go - went - gone
B
forgive - forgave - forgiven
C
say - said - said
D
hang - hung - hanged