Rijn IJssel
Visit the website
‹Return to search

Meervoud ZNW start

MEERVOUD
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

MEERVOUD

Slide 1 - Slide

Meervoud
Het meervoud in het Nederlands

-en
-s

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Enkelvoud: 1

Slide 4 - Slide

Meervoud (2,3,4,...)
Mensen, dieren of dingen kun je in het meervoud zetten.

één tas - twee tassen
één huis - twee huizen
één bloem - vier bloemen
één fiets - heel veel fietsen

Slide 5 - Slide

Meervoud (2,3,4,...)
De meeste woorden krijgen in het meervoud -en

lamp - lampen

mes - messen

schoen - schoenen

broek - broeken

Slide 6 - Slide

Meervoud -s
lepel  - lepels
gieter  - gieters
bezem  - bezems
jongen -  jongens
meisje - meisjes

Slide 7 - Slide

Meervoud -s

Woorden die eindigen op 

-el

-er

-em

-en

-e


 


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Schrijf 10 woorden uit de kamer
timer
3:00

Slide 10 - Slide

10 woorden

Slide 11 - Mind map

stoel
raam
bank
lamp
tafel
bloem
schilderij
meervoud -en
meervoud -s

Slide 12 - Drag question

de lepel
A
de lepelen
B
de lepels

Slide 13 - Quiz

de krant
A
de kranten
B
de krants

Slide 14 - Quiz

de school
A
de scholen
B
de schools

Slide 15 - Quiz

het meisje
A
de meisjen
B
de meisjes

Slide 16 - Quiz

het huis
A
de huisen
B
de huizen

Slide 17 - Quiz

de komkommer
A
de komkommer
B
de komkommers

Slide 18 - Quiz

het gezicht
A
de gezichten
B
de gezichts

Slide 19 - Quiz

de appel
A
de appelen
B
de appels

Slide 20 - Quiz

de trommel
A
de trommelen
B
de trommels

Slide 21 - Quiz

het land
A
de lands
B
de landen

Slide 22 - Quiz

de klok
A
de klokken
B
de kloks

Slide 23 - Quiz

de trui
A
de truien
B
de truis

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video

Maak de opdrachten in Diglin+

Slide 26 - Slide

Nog meer oefenen?
Klik op de volgende sheet.

Slide 27 - Slide

www.jufmelis.nl

Slide 28 - Link

Slide 29 - Video