Computers kunnen niet rekenen met 10 getallen. Computers kennen slechts twee toestanden:
aan en
uit. Als een computer gaat rekenen bestaan alle getallen dus uit een reeks van
enen (aan) en
nullen (uit). Deze bouwstenen worden ook wel
bits genoemd.
Voorbeeld van een binair getal: 00101100.
Dit getal bestaat uit 8 bits (ook wel 1 byte genoemd)