woordenschat Taalcompleet A1 thema 2.3, 2.4,

Woorden thema 2 deel 2
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woorden thema 2 deel 2

Slide 1 - Slide

De woorden

1. het boek
2. het bord
3. de computer
4. leren
5. lezen
6. luisteren
7. maken

8. de opdracht
9. schrijven
10. spreken
11. de tekst
12. de agenda
13. het weekend

Slide 2 - Slide

het boek
De vrouw zit binnen.
het bord
Ik speel buiten.

Slide 3 - Slide

de computer
De cursisten leren nieuwe woorden.
de opdracht
Maak de opdracht.

Slide 4 - Slide

leren (hebben geleerd)
ik leer
jij leert - leer jij?
jij leert
zij leert
u leert
wij leren
jullie leren
zij leren
lezen (hebben gelezen)
ik lees
jij leest - lees jij?
hij leest
zij leest
u leest
wij lezen
jullie lezen
zij lezen

Slide 5 - Slide

luisteren (hebben geluisterd)
ik luister
jij luistert - luister jij?
hij luistert
zij luistert
u luistert
wij luisteren
jullie luisteren
zij luisteren
maken (hebben gemaakt)
ik maak
jij maakt - maak jij?
hij maakt
zij maakt
u maakt
wij maken
jullie maken
zij maken

Slide 6 - Slide

schrijven (hebben geschreven)
ik schrijf
jij schrijft - schrijf jij?
hij schrijft
zij schrijft
u schrijft
wij schrijven
jullie schrijven
zij schrijven

spreken (hebben gesproken)
ik spreek 
jij spreekt - spreek jij?
hij spreekt
zij spreekt
u spreekt
wij spreken
jullie spreken
zij spreken

Slide 7 - Slide

de tekst
Ik lees de tekst van Nieuwsbegrip

Slide 8 - Slide

de
agenda
Ik schrijf de afspraak in mijn agenda.

Slide 9 - Slide

het
weekend
Ik ga voetballen in het weekend.

Slide 10 - Slide

Opdracht
Maak met elk werkwoord 2 goede zinnen:
* 1 zin in enkelvoud
* 1 zin in meervoud.
* Denk aan de hoofdletter en de punt.

voorbeeld
Hij schrijft een brief
Jullie schrijven een e-mail.

Slide 11 - Slide

leren

Slide 12 - Open question

luisteren

Slide 13 - Open question

Lezen

Slide 14 - Open question

maken

Slide 15 - Open question

schrijven

Slide 16 - Open question

spreken

Slide 17 - Open question