What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
H6.2: Kwadratische Verbanden
Hoofdstuk 6.2 Kwadratische verbanden
1 / 57
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
57 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdstuk 6.2 Kwadratische verbanden
Slide 1 - Slide
De agenda van vandaag:
Wat zijn de leerdoelen van vandaag?
Uitleg:6.2 Kwadratische verbanden
Zelfstandig aan de slag.
Afsluiting van de les.
Slide 2 - Slide
Aan het einde van de les kun je:
Uitleggen wat een kwadratisch verband is en wat een dal parabool en een berg parabool is.
Een kwadratisch verband tekenen met behulp van een tabel.
Slide 3 - Slide
Een kwadraat werkt als volgt:
3
2
=
3
⋅
3
=
9
x
Slide 4 - Slide
Het kwadraat van een negatief getal
(
−
9
)
2
=
−
9
⋅
−
9
=
8
1
−
9
2
=
−
9
⋅
9
=
−
8
1
x
x
Slide 5 - Slide
Bereken de volgende vraag, rond af op 2 decimalen:
(
−
8
)
2
=
.
.
.
Slide 6 - Open question
Bereken de volgende vraag, rond af op 2 decimalen:
−
9
2
=
.
.
.
Slide 7 - Open question
Bereken de volgende vraag, rond af op 2 decimalen:
−
4
2
+
(
−
4
2
+
3
2
)
2
=
.
.
.
Slide 8 - Open question
0
Slide 9 - Video
Grafiek bij kwadratische formule tekenen
Slide 10 - Slide
kwadraat
op de rekenmachine
Slide 11 - Slide
Kwadratisch verband
Hoe herken je een kwadratisch verband aan de formule?
y
=
2
x
2
+
4
Slide 12 - Slide
Welke formule is van een kwadratisch verband?
A
Y
=
3
x
+
5
B
y
=
7
⋅
(
1
,
2
)
x
C
Y
=
1
0
−
4
x
D
y
=
2
x
2
−
5
x
+
3
Slide 13 - Quiz
Is dit een formule van een kwadratisch verband?
y
=
5
2
x
+
3
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quiz
Waarom is dit een
kwadratische verband?
h
=
3
x
2
−
4
A
Er zit een 4 in
B
Er zit een plus in
C
Er zit een kwadraat in
D
Je doet +5 op het eind
Slide 15 - Quiz
Is het een lineair of kwadratisch verband?
y
=
5
2
x
+
3
A
Lineair verband
B
Kwadratisch verband
Slide 16 - Quiz
Kwadratische grafiek tekenen
Teken een grafiek bij
Neem voor de waarde -1 tot 4
y
=
x
2
−
4
x
x
-1
0
1
2
3
4
5
0
x
y
Slide 17 - Slide
Grafiek
van een
kwadratische functie
tekenen
y
=
x
2
+
2
x
−
4
Slide 18 - Slide
Grafiek van een kwadratische formule
De grafiek van een kwadratische formule heet
een parabool.
Het is een vloeiende lijn --> Tekenen
zonder
geodriehoek
De grafiek heeft een maximum of een minimum (hoogste/laagste punt)
Slide 19 - Slide
Parabool
Heeft een top
Heeft een symmetrieas
De symmetrieas is de verticale lijn door de top.
Slide 20 - Slide
Voorbeeld parabolen
Een parabool is symmetrisch
hij heeft een symmetrieas
Slide 21 - Slide
elke parabool heeft een top en een symmetrieas
Slide 22 - Slide
De grafiek van een kwadratisch verband is een .....
A
hyperbool
B
stijgende lijn
C
parabool
Slide 23 - Quiz
Welke grafiek is een kwadratisch verband?
A
B
Slide 24 - Quiz
Ligt de top van een parabool
altijd op de symmetrieas?
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quiz
Kwadratisch verband
de
top
bij een kwadratisch verband
de
symmetrieas
bij een kwadratisch verband
de
grafiek
bij een kwadratisch verband
de
tabel
bij een kwadratisch verband
de
formule
bij een kwadratisch verband
Slide 26 - Slide
Opdrachten
Maak de opdrachten 3 en 4 van werkbladen.
Slide 27 - Slide
timer
5:00
Slide 28 - Slide
Maak een foto van de getekende grafieken bij opdracht 17
Slide 29 - Open question
Parabool
De vorm van de grafiek van een kwadratisch verband noemen we een parabool.
Slide 30 - Slide
Dal of berg
Een parabool kan een top hebben of een dal.
Dit noemen we een berg parabool of een dal parabool.
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
kijk naar het getal voor de
-voorbeeld:
-dat getal is negatief
-onthoud dat er een negatieve smiley bij hoort
- de vorm van zijn mond zegt dat het een BERG parabool is
een berg parabool
x
2
y
=
−
x
2
Slide 33 - Slide
kijk naar het getal voor de
-voorbeeld:
-dat getal is positief
-onthoud dat er een positieve smiley bij hoort
- de vorm van zijn mond zegt dat het een DAL parabool is
een dal parabool
x
2
y
=
x
2
Slide 34 - Slide
Welke vorm heeft de grafiek?
A
Dal parabool
B
Berg parabool
Slide 35 - Quiz
Berg of dal parabool?
f
(
x
)
=
−
3
x
2
+
5
x
−
9
5
A
berg
B
dal
Slide 36 - Quiz
Sleep de formule naar de juiste parabool
Slide 37 - Drag question
Is dit een berg of een dal parabool en waarom?
h
o
o
g
t
e
=
−
a
2
+
7
a
Slide 38 - Open question
Ga nu zelfstandig aan de slag
Slide 39 - Slide
Opdrachten
Maak de opdrachten van hoofdstuk 6.2.
timer
20:00
Slide 40 - Slide
Maak een selfie met je werkboek. Zorg ervoor dat de getekende grafieken bij opdracht 20, 21, 22, 27, 28 en 30 uit het werkboek zichtbaar zijn.
Alleen een foto van opdracht 20, 21, 22, 27, 28 en 30 is natuurlijk ook goed.
Slide 41 - Open question
Hoe goed heb je de leerstof over periodieke verbanden begrepen?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 42 - Poll
Herhaling Periodieke Verbanden
Periode
Evenwichtsstand
Amplitude
Slide 43 - Slide
Hoe zat het ook alweer?
Slide 44 - Slide
Periodiek verband:
Een periodieke grafiek herhaalt zich steeds.
Slide 45 - Slide
Periode:
Een periode is de kortste tijd die het duurt tot de grafiek zich herhaalt.
In de grafiek rechts is de periode 2. Daarna herhaalt de grafiek zich.
Slide 46 - Slide
Evenwichtsstand
De evenwichtsstand ligt precies tussen de hoogste en laagste punten.
In het rechtervoorbeeld dus 3.
Slide 47 - Slide
Amplitude
De amplitude is de afstand van de evenwichtsstand tot de top of het dal.
In het rechtervoorbeeld dus 2.
Slide 48 - Slide
Wat is de periode?
A
0
B
1
C
2
D
4
Slide 49 - Quiz
De evenwichtsstand
in deze grafiek is:
A
550 cm
B
3 sec
C
650 cm
D
Iedere 6 sec
Slide 50 - Quiz
hoe groot is de amplitude?
A
2,5
B
0,5
C
2
D
1
Slide 51 - Quiz
Hoelang duurt een periode in seconden?
Slide 52 - Open question
Bereken de evenwichtsstand
Slide 53 - Open question
Wat is de periode in minuten?
Slide 54 - Open question
Wat is de amplitude?
Slide 55 - Open question
Bepaal en sleep de periode, evenwichtsstand en amplitude naar de juiste waarde.
15
5
6
Periode
Evenwichtsstand
Amplitude
Slide 56 - Drag question
Hoe goed heb je de leerstof over periodieke verbanden begrepen?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 57 - Poll