H5.8 Steden in Nederland en Duitsland

Wat is de grootste stad van Nederland en hoeveel inwoners heeft deze stad?
1 / 18
next
Slide 1: Open question
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat is de grootste stad van Nederland en hoeveel inwoners heeft deze stad?

Slide 1 - Open question

Slide 2 - Video

In welk deel van Nederland is de bevolking het sterkst gegroeid?
A
Noorden
B
Oosten
C
Westen
D
Zuiden

Slide 3 - Quiz

Groei van steden
- Meerkernen-groeimodel
- Concentrisch groeimodel
-Sector-groeimodel

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

In welke stad zien we het meerkernen-groeimodel terug?
A
Almere
B
Rotterdam
C
Amsterdam
D
Groningen

Slide 6 - Quiz

Berlijn

Slide 7 - Slide

Frankfurt

Slide 8 - Slide

Dortmund

Slide 9 - Slide

Hoe komt het dat al deze steden een moderne binnenstad hebben?

Slide 10 - Open question

Agglomeratie

Een agglomeratie wordt gevormd door steden die aan elkaar vast zijn gegroeid.
Stedelijke zone

Een stedelijke zone wordt gevormd door steden die dicht bij elkaar liggen en daardoor veel samenwerken.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Map

Slide 13 - Map

Zijn het Ruhrgebied in Duitsland en de Randstad in Nederland agglomeraties of stedelijke zones?
A
Agglomeraties
B
Stedelijke zones

Slide 14 - Quiz

Zoek met je groepje de betekenis van de volgende begrippen op en vorm met ieder begrip een zin.
Leg deze begrippen vervolgens aan elkaar uit.
- Ruimtelijke ordening          - Leefbaarheid
- Bestemmingsplan               - Drempelwaarde
- Inspraak                                 - Reikwijdte 
- Verzorgingsgebied              - Sociale controle
- Infrastructuur                       - Congestie
- Mobiliteit                               - Urbanisatie
- Forensisme                           - Suburbanisatie

Slide 15 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 16 - Open question

Hoe vond je deze les?

Slide 17 - Open question

Welk cijfer zou je jezelf geven voor deze les?

Slide 18 - Open question