Een van de twee motto's van deze roman gaat over de moeilijkheid om de natuur in woorden te beschrijven. Dit geldt ook voor de geheimzinnige roerdomp.
Tido, een van de personages in het boek, wil dolgraag deze schuwe moerasvogel vinden. Later verbeeldt Katja zich dat ze er echt één heeft gezien.
In dit fragment zie je een roerdomp. Vogelkenner Nico de Haan vertelt er meer over.