Spelling lange, korte klanken en tweeklanken

DOEL

REGELS VAN LANGE EN KORTE KLANKEN

EN TWEEKLANKEN KENNEN


- je kunt woorden met een lange klank goed schrijven

- je kunt woorden met een korte klank goed schrijven

- je kunt woorden met tweeklanken goed schrijven

1 / 36
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

DOEL

REGELS VAN LANGE EN KORTE KLANKEN

EN TWEEKLANKEN KENNEN


- je kunt woorden met een lange klank goed schrijven

- je kunt woorden met een korte klank goed schrijven

- je kunt woorden met tweeklanken goed schrijven

Slide 1 - Slide

KLINKERS EN MEDEKLINKERS

Ons alfabet bestaat uit twee soorten letters:

klinkers en medeklinkers.


Om goed te kunnen spellen is het belangrijk om te weten welke letters de klinkers en welke de medeklinkers zijn.


Slide 2 - Slide

De klinkers zijn rood, de medeklinkers zijn paars.

(au & oei zijn de klinkers)

Slide 3 - Slide

KORTE EN LANGE KLINKERS

EN TWEEKLANKEN


Onze taal kent korte en lange klinkers en tweeklanken.

Korte klinkers zijn: a e u o i

Lange klinkers zijn: aa ee uu oo


Tweeklanken bestaan uit twee verschillende klinkers:

ij ei ie ui ou au oe eu


Slide 4 - Slide

LANGE EN KORTE KLANKEN


Wij gaan buiten spelen = lange klank (klinkt lang)

spe - len


Wij doen twee spellen = korte klank (klinkt kort)

spel -len

 

Slide 5 - Slide

REGEL LANGE KLANK

aa ee uu oo

De apen eten dure noten


Lange klanken hebben pech,

we halen gewoon een letter weg.

Slide 6 - Slide

REGEL KORTE KLANK

o i e a u

Domme kippen rennen het smalle bruggetje op.


Bij korte klanken zoals: a e o i u

zet ik twee medeklinkers, lekker puh!

Slide 7 - Slide

REGEL TWEEKLANKEN

Hoor je aan het eind van een klankgroep een tweeklank, schrijf het woord zoals je het hoort.

luister - keuken - ruiken - kijken -

reiken - houten - pauken - zieken - koeken

Luister goed,

dan weet je hoe je het schrijven moet.

Slide 8 - Slide

De a in 'hamer' klinkt als
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 9 - Quiz

De u in 'muggen' klinkt als
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 10 - Quiz

De o in 'spotten' klinkt als
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 11 - Quiz

De e in 'wezen' klinkt als
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 12 - Quiz

De a in 'bijna' klinkt als
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 13 - Quiz

De a in 'wangen' klinkt als
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 14 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
Denk aan de regel van de tweeklank

A
scheidden
B
scheiden

Slide 15 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
Denk aan de regel van de tweeklank

A
spruiten
B
spruitten

Slide 16 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
Denk aan de regel van de tweeklank

A
leukke
B
leuke

Slide 17 - Quiz

Schrijf een woord op met een O die lang klinkt als een OO

Slide 18 - Open question

Schrijf een woord op met een E die lang klinkt als een EE

Slide 19 - Open question

Schrijf een woord op met een U die lang klinkt als een UU

Slide 20 - Open question

st__ken
lange klank

staken - steken - stoken

Slide 21 - Slide

t__kken
korte klank

takken - tikken - tokken

Slide 22 - Slide

r__gen


lange klank


regen

tweeklank


rijgen

Slide 23 - Slide

w__ssen
korte klank

wassen - wissen

Slide 24 - Slide

br__den


lange klank


braden -

broden

tweeklank


bruiden -

broeden

Slide 25 - Slide

h__kken
korte klank

hakken - hokken - hikken

Slide 26 - Slide

h__ken


lange klank


haken

tweeklank


hoeken

Slide 27 - Slide

b__ren


lange klank


baren - beren - buren - boren

tweeklank


boeren - bieren

Slide 28 - Slide

b__llen
korte klank

ballen - bellen - billen - bollen

Slide 29 - Slide

verg__ten


lange klank


vergeten - vergaten

tweeklank


vergieten

Slide 30 - Slide

bet__len
lange klank

betalen 

Slide 31 - Slide

best__llen
korte klank

bestellen 

Slide 32 - Slide

r__dden
korte klank

redden 

Slide 33 - Slide

r__den
lange klank

rijden - roeden 

Slide 34 - Slide

__verl__ven
lange klank

overleven 

Slide 35 - Slide

GELEERD

REGELS VAN LANGE EN KORTE KLANKEN

EN TWEEKLANKEN


- je kunt woorden met een lange klank goed schrijven

- je kunt woorden met een korte klank goed schrijven

- je kunt woorden met tweeklanken goed schrijven

Slide 36 - Slide