This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Startrekenen 1F
H8 Rekenen met verhoudingen deel 3
Slide 1 - Slide
Je koopt 4 potten pindakaas voor €8,-. Hoeveel kosten 5 potten pindakaas?
Aantal potten
Prijs in euro's
Slide 2 - Open question
Je koopt 4 potten pindakaas voor €10,-. Hoeveel kosten 7 potten pindakaas?
Aantal potten
Prijs in euro's
Slide 3 - Open question
Verhoudingen met een totaal
Sommige verhoudingen zeggen iets over de verhouding tussen de totale hoeveelheid en een gedeelte daarvan.
1 op de 4 ballen in een bak is rood. Dit is de verhouding tussen het aantal rode ballen en het totaal aantal ballen.
Slide 4 - Slide
Voorbeeld
2 op de 3 leerlingen in een klas hebben een fiets. In de klas zitten 30 leerlingen.
Hoeveel leerlingen in de klas hebben een fiets?
30 : 3 = 10
10 x 2 = 20
Antwoord: 20
Slide 5 - Slide
1 op de 7 leerlingen in een klas komt met de bus naar school. In deze klas zitten in totaal 28 leerlingen. Hoeveel leerlingen komen met de bus?
Slide 6 - Open question
3 op de 7 leerlingen in een klas komt met de bus naar school. In deze klas zitten in totaal 28 leerlingen. Hoeveel leerlingen komen met de bus?
Slide 7 - Open question
In een zak zitten verschillende soorten dropjes. In de zak zitten 200 dropjes. 2 op de 5 dropjes zijn honingdropjes. Hoeveel honingdropjes zitten er in de zak?
Slide 8 - Open question
Stephanie bakt 48 muffins. 2 op 3 muffins zijn met chocolade. Hoeveel muffins zijn er met chocolade?