What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
3.2 De stad als sociaal centrum
3.2 De stad als sociaal centrum
H3 Stedelijke gebieden
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
3.2 De stad als sociaal centrum
H3 Stedelijke gebieden
Slide 1 - Slide
Lesdoel:
Welke drie locatievraagstukken spelen een rol in en rondom steden en wiens belangen moeten daarbij worden afgewogen?
Slide 2 - Slide
Functies van de stad?
Slide 3 - Slide
Functies kunnen botsen
Bijvoorbeeld bij stedelijke distributie
Slide 4 - Slide
Ruimtegebrek in de stad
-> dicht op elkaar, beste locatie
-> hoge grondprijzen
-> niet alle bedrijven vestigen zich in de stad
Slide 5 - Slide
Locatie bedrijven
Keuze: bereikbaarheid
--> verkeersknooppunt
Ontstaan nieuw centrum met hoogwaardige voorzieningen
Slide 6 - Slide
Voorzieningen
Hoog- en laagwaardig
Hoe hoger het voorzieningenniveau, hoe groter de aantrekkingskracht van de stad
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Opdracht:
Maak een tabel met vier kolommen in je schrift/op een blaadje
beantwoord de volgende vragen voor jezelf/je familie in de eerste kolom. Noteer de plaatsnaam.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Opdracht
Kijk nog eens naar je antwoorden.
Noteer voor jezelf:
1. Een voorziening waarvoor je niet bereidt bent ver te reizen.
2. Een voorziening waarvoor je wel bereidt bent ver te reizen.
3. Kan je hier een verklaring voor geven?
Slide 11 - Slide
Opdracht
Noteer boven de andere kolommen de begrippen:
reikwijdte
drempelwaarde
verzorgingsgebied
Noteer per voorziening of de reikwijdte groot/klein is, de drempelwaarde hoog/laag is en het verzorgingsgebied groot/klein is.
Slide 12 - Slide
Opdracht
Ben je nu in staat in 1 tekening alle drie de begrippen terug te laten komen?
Tip: begin bij het tekenen van de voorziening.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Omschrijf het begrip verzorgingsgebied
Slide 15 - Open question
Afvloeiing is?
A
Mensen die dood gaan
B
Mensen die naar verzorgingsgebied toe komen
C
Mensen die buiten verzorgingsgebied winkelen
D
Een velies van inkomen
Slide 16 - Quiz
Bij een stad is het verzorgingsgebied hoger dan bij een dorp, waarom?
Slide 17 - Open question
Een winkel heeft 300 klanten per maand nodig om niet failliet te gaan
A
drempelwaarde
B
reikwijdte
C
verzorgingsgebied
D
urbanisatie
Slide 18 - Quiz
Centrale plaatsen theorie
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video