What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
Herhaling ademhalingsstelsel toets
Herhaling ademhalingsstelsel
ANPAT Leerjaar 1,
periode 2
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Verpleging en verzorging
Middelbare school
MBO
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling ademhalingsstelsel
ANPAT Leerjaar 1,
periode 2
Slide 1 - Slide
Effectieve gaswisseling hangt o.a. af van de perfusie. Dat is.......
A
lucht in luchtwegen
B
doorbloeding
C
verplaatsing van O2 moleculen
D
ademhalingsfrequentie
Slide 2 - Quiz
Voorhoofdsholte
A
sinus frontalis
B
sinus maxillaris
C
cavum nasi
D
cavum oris
Slide 3 - Quiz
Keelholte
A
cavum nasi
B
larynx
C
farynx
D
vestibulum nasi
Slide 4 - Quiz
strotklepje
A
plicae vocalis
B
uvula
C
carina
D
epiglottis
Slide 5 - Quiz
kleine luchtwegtakjes
A
trachea
B
bronchioli
C
bronchus
D
bifurcatie
Slide 6 - Quiz
Ruimte tussen de longen
A
mediastinum
B
sinus frontalis
C
carina
D
bifurcatie
Slide 7 - Quiz
borstvlies
A
pleura visceralis
B
pleura parietalis
C
pleurabladen
D
diafragma
Slide 8 - Quiz
longblaasjes
A
pleura
B
pleura visceralis
C
alveoli
D
bronchioli
Slide 9 - Quiz
Stofje dat gemaakt wordt tijdens zwangerschap en longblaasjes open houdt
A
sputum
B
adenoïd
C
kalium
D
surfactans
Slide 10 - Quiz
Bij buikademhaling gebruik je als ademhalingsspier(en)
A
m. intercostales
B
m. intercostales + diafragma
C
diafragma
D
buikspieren
Slide 11 - Quiz
Het ademhalingscentrum bevindt zich in de.......
A
hersenstam
B
kleine hersenen
C
grote hersenen
D
ruggenmerg
Slide 12 - Quiz
Neusverkoudheid
A
pneumonie
B
adenoïtits
C
tonsillitis
D
rhinitis
Slide 13 - Quiz
kortademigheid in rust
A
dyspnoe
B
dyspnoe d'effort
C
dyspnoe de respot
D
astma cardiale
Slide 14 - Quiz
oppervlakkige ademhaling
A
hypopnoe
B
hyperpnoe
C
bradypnoe
D
tachypnoe
Slide 15 - Quiz
Ademhaling die vaak voorkomt bij zorgvragers die gaan overlijden
A
Kussmaul ademhaling
B
Cheyne Stokes ademhaling
C
Hyperventilatie
D
slaap-apnoe
Slide 16 - Quiz
Gierend geluid bij uitademing
A
inspiratoire stridor
B
experitoire stridor
C
ronchi
D
wheezing
Slide 17 - Quiz
Ischemie betekent:
A
te weinig lucht in luchtwegen
B
luchtwegontsteking
C
slechte doorbloeding
D
verstopt bloedvat
Slide 18 - Quiz
Sputum met roestbruin bloed erin betekent:
A
actieve bloeding in luchtwegen
B
bloeding in luchtwegen die gestopt is
C
bacteriële infectie in luchtwegen
D
virale infectie in lichtwegen
Slide 19 - Quiz
Functie neusslijmvlies is: ingeademde lucht...
A
verwarmen
B
bevochtigen
C
filteren
D
antwoord a, b en c
Slide 20 - Quiz
Keelholte
A
larynx
B
cavum tympani
C
farynx
D
cavita nasi
Slide 21 - Quiz
Kleine stofdeeltjes worden uit de inademingslucht gefilterd door
A
neusharen
B
epiglottis
C
uvula
D
trilhaarepitheel
Slide 22 - Quiz
Als je slikt gaat:
A
epiglottis dicht, uvula omhoog
B
epiglottis open, uvula omlaag
C
epiglottis dicht, uvula omlaag
D
epiglottis open, uvula omhoog
Slide 23 - Quiz
De rechter long heeft......lobi
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 24 - Quiz
De splitsing van de trachea in de twee hoofdbronchiën heet de......
A
bifurcatie
B
larynx
C
alveolus
D
differentiatie
Slide 25 - Quiz
De trachea is gemaakt van....
A
botweefsel
B
kraakbeen
C
spierweefsel
D
plaveiselcellen
Slide 26 - Quiz
De holte tussen het long- en borstvlies in heet......
A
het mediastinum
B
abdomen
C
pericard
D
pleuraholte
Slide 27 - Quiz
neusslijmvlies ontsteking
A
tonsillitis
B
adenoïtis
C
rhinitis
D
stridor
Slide 28 - Quiz
Bij hyperventillatie is de concentratie zuursof
A
< 95%
B
>95%
C
100%
D
110%
Slide 29 - Quiz
De
longen
trachea
Bronchïen
alveoli
Slide 30 - Drag question
borstholte wordt groter
longen worden groter
lucht stroomt de longen in
ribben en borstbeen bewegen omhoog
Slide 31 - Drag question
longblaasjes
longen
brochien
brochiolen
luchtpijp
Slide 32 - Drag question
strottenhoofd
bronchiën
longblaasjes
keelholte
luchtpijp
neusholte
longen
Slide 33 - Drag question
Snelle ademhaling
Geen ademhaling
Bradypneu
Dyspneu
Tachypneu
Apneu
Oppervlakkige/langzame ademhaling
Benauwdheid
Slide 34 - Drag question
Afwezig ademhaling
benauwdheid
overademhaling
Zeer diepe ademhaling, regematig
ademhaling neemt toe, dan af, daarna stopt het even
happende ademhaling
volledig onregelmatige ademhaling
Apnoe
Dyspnoe
Hyperventilatie
Kussmaulademhaling
Cheyne-stokesademhaling
Atactische ademhaling
Gasping
Slide 35 - Drag question