AGAA C5 week 3: Hypertensie

• Geneesmiddelkennis Apothekersassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Leerdoelen

Aan het eind van de les weet je:

• Wat de belangrijkste kenmerken zijn van slaap - en angststoornissen;
  
• Welke behandelingen mogelijk zijn zonder medicijnen;
  
• Welke medicijnen gebruikt worden bij de behandeling van slaap - en angststoornissen;
  
• Wat de eigenschappen zijn van de veelgebruikte medicijnen bij slaap - en angststoornissen;
  

Aan het eind van de les kan je:

• Voorlichting geven aan een patiënt die voor het eerst een geneesmiddel bij slaap - of angststoornissen gebruikt;
  
• Voorlichting geven over het langdurig gebruik van medicijnen bij slaap - en angststoornissen;
  
• Voorlichting geven over niet - medicamenteuze behandeling van slaap - en angststoornissen;
  
• De signalen die je ziet bij het aanschrijven van een middel tegen slaap - en angststoornissen afhandelen;
  

Hoge bloeddruk is geen ziekte, maar wat kan er gebeuren als de bloeddruk langdurig te hoog blijft?

Hoe vaak moet je minimaal op controle komen bij een te hoge bloeddruk?

1. 1 maal per 3 maanden
2. 1 maal per 6 maanden
3. 1 maal per jaar
4. 1 maal per 2 jaar

Wanneer is in een arterie de bloeddruk het hoogst en wanneer het laagst en hoe heet dat?

De welke combinatie van factoren wordt de bloeddruk bepaald?

welke drie systemen zorgen voor het regelen van de bloeddruk. Noem per systeem of dit snel of langzaam gaat

Welke stof speelt een belangrijke rol in het RAS en wordt door de nieren uitgescheiden?

Wat is het effect van angiotensine II?

Noem zeven risicofactoren voor het krijgen van hart - en vaatziekten

Noem zeven dingen die iemand zonder medicijnen kan doen om risico op hart - en vaatziekten kleiner te maken

welke vier groepen antihypertensiva worden in het boek genoemd behalve de overige?

ACE - remmer

calciumantagonist

bètablokker

Angiotensine Receptor

Blokker ARB

- olol

- sartan

- dipine

- pril

wat hoort bij stap 2 in de behandeling van hypertensie?

1. dosering verhogen
2. start met een antihypertensivum
3. spironolacton geven
4. een combinatie van twee middelen geven

welke drie middelen kunnen bij zwangerschapshypertensie gegeven worden?

1. methyldopa, labetalol, calciumantagonisten
2. methyldopa, betablokkers, calciumantagonisten
3. calciumantagonisten, ACE - remmers / ARB
4. labetalol, calciumantagonisten, diuretica

Noem twee belangrijke bijwerkingen van diuretica

noem twee contra indicaties van bètablokkers

Noem twee bijwerkingen van RAS - remmers

Noem twee bijwerkingen van calciumantagonisten

Noem twee belangrijke interacties voor RAS - remmers