What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
Werkwoordspelling ott
Maandag 17 mei
Dutchies
Grammatica
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Maandag 17 mei
Dutchies
Grammatica
Slide 1 - Slide
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
Slide 2 - Slide
Wat is de stam van......... weten?
Ik.....het niet.
Slide 3 - Open question
Wat is de stam van......... horen?
Ik ........de buurman lopen
Slide 4 - Open question
Wat is de stam van......... lopen?
Ik.......naar school.
Slide 5 - Open question
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
Slide 6 - Slide
(kopen) Mijn broer ____ een mooie fiets.
(vertrekken) Morgen ____ hij naar Afrika.
(zien) Hij ____mijn moeder.
Slide 7 - Open question
(worden) Het huis ___schoon gemaakt.
(schaatsen) Mijn vriendin____ op het meertje.
(houden) Hij ____ niet van rockmuziek.
Slide 8 - Open question
(liggen) Thomas _____in zijn bed.
(antwoorden) Hij ____ dat hij honger heeft.
(gaan) Zij (mv) ______ de deuren van de kamer sluiten.
Slide 9 - Open question
(klimmen) Mijn zusje _____op het klimrek.
(houden) Jane ___ heel erg van toetjes.
(lusten) _____hij knoflook?
Slide 10 - Open question
(komen) Thijs ____altijd te laat op school.
(branden) De kaars _____ de hele avond.
(rijden) De agent ____met zijn sirene aan.
Slide 11 - Open question
Verleden tijd
Als iets gisteren, vorige week, 2 seconde geleden, of 1000 jaar geleden is gebeurd dan hebben we het over
'verleden tijd'.
Het werkwoord verandert dan...kijk maar naar de volgende slides.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Ik .........gisteren tot 's avonds laat.
(spelen)
Slide 14 - Open question
Wij .........gisteren tot 's avonds laat.
(spelen)
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
't ex-kofschip
Hij .............heel hard naar huis. (rennen)
Slide 17 - Open question
't ex-kofschip
De honden........de hele nacht(blaffen).
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Video
Let op!
Haal om de stam te vinden echt alleen maar -en van het werkwoord af....
De stam van
verhuizen is dan verhuiz (Als je het kofschip gebruikt dus de z)
leven is lev (Als je het kofschip gebruikt dus de v)
Slide 20 - Slide
horen
wij ..... zijn geroep niet.
A
hoorde
B
hoorden
C
hoorte
D
hoorten
Slide 21 - Quiz
MAKEN
Ik ..... mijn huiswerk
A
maakde
B
maakden
C
maakte
D
maakten
Slide 22 - Quiz
HALEN
Jij ..... op tijd de finish
A
haalde
B
haalden
C
haalte
D
haalten
Slide 23 - Quiz
Geloven
Jij ..... zijn verhaal toch niet?
A
geloofde
B
geloofden
C
geloofte
D
gelooften
Slide 24 - Quiz
kussen
Mijn moeder .....mijn vader.
A
kusde
B
kusden
C
kuste
D
kusten
Slide 25 - Quiz
Wij ......niet aan het koude weer.
A
wende
B
wenden
C
wente
D
wenten
Slide 26 - Quiz
vissen
De mannen..... aan de waterkant.
A
visde
B
visden
C
viste
D
visten
Slide 27 - Quiz
rennen
Mijn moeder ..... naar de bus.
A
rende
B
renden
C
rente
D
renten
Slide 28 - Quiz
zoemen
De vliegen ..... om mijn hoofd.
A
zoemde
B
zoemden
C
zoemte
D
zoemten
Slide 29 - Quiz
knopen
Mijn vriend .....zijn schoenen dicht.
A
knoopde
B
knoopden
C
knoopte
D
knoopten
Slide 30 - Quiz
wordwall.net
Slide 31 - Link
Slide 32 - Slide