What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
Vergelijkingen uitleg
Trappen van vergelijking
1 / 10
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
This lesson contains
10 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Trappen van vergelijking
Slide 1 - Slide
Vergrotende + overtreffende trap
klein - klein
er
- klein
st(e)
small - small
er
- small
est
groot - grot
er
- groot
st(e)
bi
g
- bi
gg
er
- bi
gg
est
aardig - aardig
er
- aardig
st(e)
nic
e
- nic
e
r
- nic
e
st
Slide 2 - Slide
Let op woorden die eindigen op een Y!
Slide 3 - Slide
Vergrotende trap:
-ER
Vaak wordt het woord gevolgd door
THAN
Frank is
fatter
than
Peter.
The boys are
faster
than
us.
Overtreffende trap:
-EST
Vaak komt er voor het woord
THE
te staan
Frank is
the
fattest
boy I know.
That is
the
fastest
car ever.
Slide 4 - Slide
Maar bij langere woorden...
Slide 5 - Slide
Woorden van 2 of meer lettergrepen
krijgen
GEEN
-er
of
-est
,
maar
MORE
of
MOST
ervoor!
He is
more intelligent
than
I am.
Jasmin is
the most beautiful
baby I know.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Let op!
Woorden van 2 lettergrepen die eindigen op een -y krijgen wel
-es
/
-est
Lucky - Luckier - Luckiest
Easy - Easier - Easiest
Slide 8 - Slide
net zo ... als / niet zo ... als
(not) as .... as
Hannah's coat is
as
soft
as
yours
But it is
not as
soft
as
mine
Slide 9 - Slide
Let op!
goed - beter - best
good - better - best
slecht - slechter - slechtst(e)
bad - worse - worst
zie p. 90 boek
Slide 10 - Slide