What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
Di 21 maart schooltaalwoorden
Schooltaalwoorden
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Schooltaalwoorden
Slide 1 - Slide
Schooltaalwoorden
het begrip
het inzicht
het tekort aan
overzichtelijk
in grote lijnen
aantonen
op de hoogte zijn van
ten koste gaan van
onderscheiden
deelnemen aan
het woord
het weten hoe iets in elkaar zit
te weinig van
zo dat je snel en makkelijk kunt zien wat het is samengevat tot de belangrijkste punten bewijzen
weten
een nadeel zijn voor
verschillen tussen dingen zien of beschrijven meedoen met
Slide 2 - Slide
Schooltaalwoorden
Slide 3 - Slide
Schooltaalwoorden
Slide 4 - Slide
Lees de zin hieronder.
Welk schooltaalwoord past het best in de zin??
'Het is _______ gezien niet mogelijk om met een helikopter naar de maan te vliegen! '
A
afzonderlijk
B
geregeld
C
reeds
D
praktisch
Slide 5 - Quiz
Lees de zin hieronder.
Welk schooltaalwoord past het best in de zin??
'In de discussie kwam _______ naar voren dat iedereen zijn eigen mening mag hebben.'
A
de garantie
B
de dosis
C
het argument
D
de relatie
Slide 6 - Quiz
Leerlingen leren in de zaakvaklessen schooltaalwoorden en vaktaalwoorden.
Welke woorden zijn schooltaalwoorden?
A
tijdvak - middeleeuwen
B
definitie - conclusie
C
landstreek - veen
D
voedselketen - diersoort
Slide 7 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een schooltaalwoord?
A
boterham
B
moeilijk
C
netjes
D
selecteren
Slide 8 - Quiz
Lees de zin hieronder. Welk schooltaalwoord past het beste in de zin?
Is deze nieuwe app … voor het opzoeken van informatie?
A
geregeld
B
aandachtig
C
geschikt
D
afzonderlijk
Slide 9 - Quiz
Definitie is een schooltaalwoord. Bij aardrijkskunde vind je veel definities. Dit betekent:
A
hoeveelheid
B
rekeningen
C
omschrijvingen
D
samenhang
Slide 10 - Quiz
Wat betekent het schooltaalwoord: beweren?
A
bij elkaar doen
B
verdelen
C
zeggen dat iets zo is
D
overgaan
Slide 11 - Quiz
Geef aan welk schooltaalwoord juist is:
Greenpeace is … de bescherming van bedreigde diersoorten.
A
pro
B
contra
Slide 12 - Quiz
Geef aan welk schooltaalwoord juist is:
Ordelijk en … kunnen werken op kantoor is erg belangrijk.
A
efficiënt
B
effectief
Slide 13 - Quiz
Ben je een leek op het gebied van schooltaalwoorden ?
A
leek = expert
B
leek = iemand die ergens gek op is
C
leek = geïnteresseerde
D
leek = iemand die ergens weinig verstand van heeft
Slide 14 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een schooltaalwoord?
A
driftig
B
beweren
C
opscheppen
D
lelijk
Slide 15 - Quiz
Wat betekent het schooltaalwoord: beoordelen?
A
zeggen wat je van iets of iemand vindt
B
bij elkaar doen
C
kiezen
D
gaan over
Slide 16 - Quiz
Welk schooltaalwoord past het best in de zin?
Het is ... gezien niet mogelijk om met een helikopter naar de maan te vliegen!
A
afzonderlijk
B
geregeld
C
reeds
D
praktisch
Slide 17 - Quiz
Geef aan welk schooltaalwoord juist is:
Jeugd wordt heel vaak … met brutaal gedrag.
A
geassocieerd
B
geïnterpreteerd
Slide 18 - Quiz
Geef aan welk schooltaalwoord juist is:
De commissaris hoopt dat de dader van de steekpartij zichzelf ...
A
in de verf zet
B
aangeeft
Slide 19 - Quiz
Lees de zin hieronder. Welk schooltaalwoord past het beste in de zin?
Wat hier gebeurt, is … een schandaal en dit pik ik dus niet.
A
aandachtig
B
eventueel
C
gebruikelijk
D
ronduit
Slide 20 - Quiz
Opdracht
Noteer deze week alle schooltaalwoorden die je tegenkomt. Uit je schoolboek, tijdens de lessen etc.
Weet je de betekenis? Schrijf die op. Weet je de betekenis niet? Dan bespreken we dit volgende week.
Slide 21 - Slide