Les 6 Microbiologie 2021-2022

Microbiologie 
P4
1 / 49
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Microbiologie 
P4

Slide 1 - Slide

Planning 
- Wat weet je nog. 
- Nieuw theorie. 
- Bacterie opdracht.
- Praktijk 

Slide 2 - Slide

Wist je dat 
Blauwgroene algen, een soort cyanobacteriën, geplaatst in een container op een vensterbank, voedden een computer continu zes maanden lang met behulp van fotosynthese


Slide 3 - Slide

Wat weet je nog 

Slide 4 - Slide

Zijn bacteriën prokaryoten of Eukaryoten
A
Prokaryoten
B
Eukaryoten

Slide 5 - Quiz

Prokaryoten 
Eukaryoten 
Hebben geen celkern en grote celonderdelen
Hebben wel een celkern en grote celonderdelen 

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

what zijn de twee manieren die een bacterie zich kan vermeerderen?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

Micro-organismen 
  • Dit zijn levende organismen die zo klein zijn dat ze niet met het blote oog te zien zijn.
  • Er bestaan verschillende soorten micro-organismen, namelijk
  • Bacteriën en cyanobacteriën
  • Algen en protozoën(eencellige dieren)
  • gisten en schimmels
  • Virussen en eencellige parasieten horen officieel niet tot de micro-organismen omdat ze zich niet zelfstandig kunnen delen, maar kunnen net als micro-organismen ziekmakend zijn.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Bacteriën 
  • ​De bacteriën vormen een domein van eenvoudige eencellige, soms in kolonies levende micro-organismen.
  • Kunnen zowel heterotroof als autotroof zijn
  • Ze hebben geen celkern dus ze zijn prokaryoten
  • Ze hebben geen echte celorganellen​

Slide 15 - Slide

Bouw bacterie 

Slide 16 - Slide

Bouw 
  • ​Peptidoglycaanlaag = bouwstructuur van de celwand
  • Kapsel/slijmlaag = bescherming tegen aanvallen
  • Flagel = voortbeweging
  • Pilus = vasthechting aan gastheer
  • Plasmide = extra stukje DNA
  • Opslagkorrel = opslag voor voedsel.​

Slide 17 - Slide

wat zijn de 4. verschillende manieren om bacteriën in te delen?

Slide 18 - Open question

Indeling Bacteriën 
1. Zelfredzaamheid
2. Vorm en rangschikking 
3. samenstelling van de celwand (gram kleuring) 
4.Fysiologische kenmerken



Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Vorm en rangschikking 

Slide 21 - Slide

Samenstelling van de celwand 
Gramkleuring 

Slide 22 - Slide

Gram-Kleuring 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Gram kleuring opdracht 
- Zoek per stof wat de functie is. 
 kristalviolet , lugol,  alcohol 96% , fuchsine 
Je hebt 10 min hiervoor. 
Mag het boek en internet gebruiken 
Je werkt individueel!
Klaar, maak de uitgeprinte opdracht. 


Slide 25 - Slide

4.Fysiologische kenmerken

  • Methaanbacteriën
  •        Thermofiele bacteriën
  •       Halobacteriën


Slide 26 - Slide

Vermeerdering van bacteria
- Binaire deling 
- Endospore 

Slide 27 - Slide

binaire deling 
- optimale omstandigheden
- Begint met het verdubbeling(replicatie) van het circulaire chromosoom. 
- dan strekt de cel zich, om de twee chromosomen te scheiden. 
-  De dwarswand wordt gevormd om de twee dochtercellen te onderscheiden. 
- Verloopt snel( elke 20 min) 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Endospore 
- onder ongunstige omstandigheden kunnen bepaalde staafvormige bacteriën sporenvormen ondergaan. 
- begint bij met het onstaan van een endospore. 
- Dit is een overlevingsstructuur voor de cel, in de spore wordt het erfelijk materiaal opgeslagen, er wordt een omhulsel gevormd en de oude cel gaat ten gronde. (kan onder extreeme omstandigheden overleven) 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Virussen (virologie)

Slide 32 - Slide

Virus 
Virussen en eencellige parasieten horen officieel niet tot de micro-organismen omdat ze zich niet zelfstandig kunnen delen,
Voor vermeerdering zijn ze afhankelijk van cellen van een gastheer. 
ze lijken enigszins op levende organismen, omdat ze zijn samengesteld uit eiwitten en nucleïnezuren.  
maar kunnen net als micro-organismen ziekmakend zijn.

Slide 33 - Slide

Bouw 
  • Nucleïnezuur: DNA of RNA
  • Nucleocapside: Eiwitmantel. Beschermt de Nucleïnezuur tegen nucleases en bevordert de aanhechting van de virus aan gevoelige gastheercellen. 
  • Envelop: membraan van lipoproteïnen  rond de  Nucleocapside(alleen bij virussen met dieren als gastheer) hebben spikes waarmee het zich aan de gastheer kan binden. 

Slide 34 - Slide

Bouw 

Slide 35 - Slide

Vermeerdering van virussen
Ingedeeld: RNA of DNA 
vermeerdering van virussen kan alleen plaats vinden in levende cellen van een gastheer

Lytische cyclus + lysogene cylus 

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Opdracht cel bouw
Hebben jullie het gemaakt?


Slide 38 - Slide

Nieuw Theorie 
 Je kunt de invloed van omgevingstemperatuur, -pH, -zuurstofspanning en -osmotische waarde op micro organismen benoemen (AL) en verklaren (An).

Slide 39 - Slide

Factoren die de groei beïnvloeden
1.Temperatuur
2.Zuurgraad
3.Zuurstof gehalte
4.Osomotische waarde 



Slide 40 - Slide

1.Temperatuur (in graden)
Minimum temperatuur, optimaal temperatuur en maximum temperatuur. 
- Psychrofielen(0-15 garden)
- mesofielen(20-37 gradem)
-thermofiele(55-65)
- extreme thermofiele(100 graden)

Slide 41 - Slide

2. Zuurgraad(PH)
Minimum ph, optimaal ph en maximum ph. 
- Acidofielen(laag ph) 

Slide 42 - Slide

3. zuurstofspaning 
(parts per million (ppm) aan zuurstof)

Aerobe : hebben zuurstof nodig 
Anaerobe  : hebben geen/weinig zuurstof nodig 
 


Slide 43 - Slide

4. Osmotische Waarde 
- Osmotische waarde (molair)


Slide 44 - Slide

Groeicurve bacterie
Je kunt de verschillende fasen van een bacteriële groeicurve benoemen (AL), beschrijven, en koppelen aan omgevingsfactoren (An).

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Link

Slide 47 - Slide

Wat moet je weten voor te toets?

Slide 48 - Slide

Einde!

Slide 49 - Slide