What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
Quiz groepsdynamica gemaakt door 2c 2022
Waaruit bestaat een homogene groep?
A
Uit mensen met dezelfde kenmerken
B
Uit mensen met verschillende kenmerken
C
Als een groep homo is
D
Uit een groep die net samengesteld is
1 / 12
next
Slide 1:
Quiz
Zorg en Welzijn
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Waaruit bestaat een homogene groep?
A
Uit mensen met dezelfde kenmerken
B
Uit mensen met verschillende kenmerken
C
Als een groep homo is
D
Uit een groep die net samengesteld is
Slide 1 - Quiz
wat is een groepswerker?
A
iemand die de leider wil t! zijn.
B
iemand met veel aandacht voor de groep en het beste willen, leidende rol.
C
iemand die verplicht is mee te doen in een groep.
D
Iemand die aan het werk is in een groep
Slide 2 - Quiz
wat is een sociogram?
A
kring van mensen die je niet mag
B
visuele uitwerking van sociale relaties
C
je familiekring
D
een groepsafbeelding
Slide 3 - Quiz
Formele groepen zijn onder te verdelen in soorten functies en doelen die zij hebben, de onderverdeling van verschillende groepen bestaan uit:
A
oren, ogen en huid
B
vingers, voeten en armen
C
hoofd, hart en handen
D
benen, armen en handen
Slide 4 - Quiz
Wat doet de plant in een groep?
A
vrolijk, enthousiaste persoon
B
probeert mensen te motiveren
C
is gevoelig en wil t! dat er een goeie sfeer blijft
D
persoon die creatieve ideeën en oplossing komt
Slide 5 - Quiz
Wanneer voelen groepsleden zich veilig?
A
als ze een boterham meenemen
B
als ze kennis hebben over alle procedures en regels hebben om alles uit te voeren
C
als er een vertrouwenspersoon is
D
als er brandalarmen zijn
Slide 6 - Quiz
Wat hoort bij een ‘denkgerichte rol’?
A
Groepswerker
B
Monitor
C
Zorgdrager
D
Vormer
Slide 7 - Quiz
Welk organisatiecultuur hoort bij het OCAI-model?
A
Persoonscultuur
B
De rollencultuur
C
De machtscultuur
D
De hiërarchische cultuur
Slide 8 - Quiz
Er zijn 4 soorten organisatiescultuuren (volgens het ocai-model), welke hoort er niet bij?
A
de persoonscultuur
B
hiërarchiecultuur
C
adhoccultuur
D
de familiecultuur
Slide 9 - Quiz
Welke groepsfase komt (volgens Oomkes) als eerste voor bij een vorming van en nieuwe groep?
A
machtsstrijd
B
oriëntatie
C
harmonie
D
samenwerking
Slide 10 - Quiz
Wat zijn twee mensgerichte rollen volgens Belbin.
A
brononderzoeker & voorzitter
B
monitor & groepswerker
C
zorgdrager & vormer
D
voorzitter & plant
Slide 11 - Quiz
Welke van de onderstaande antwoorden is een positieve kant van een groep?
A
Aanpassing met verlies van de eigen indentitiet
B
Uitsluiting
C
Het gevoel ergens bij te horen
D
Groepsdruk
Slide 12 - Quiz