What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
Argumenten
Argumenten
- Verschil tussen objectieve en subjectieve argumenten
- Tegenargument weerleggen
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Argumenten
- Verschil tussen objectieve en subjectieve argumenten
- Tegenargument weerleggen
Slide 1 - Slide
A
Slide 2 - Quiz
Een subjectief argument is gebaseerd op je eigen mening
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Als je een overtuigende tekst of betoog schrijft, gebruik je...
A
objectieve argumenten
B
subjectieve argumenten
Slide 4 - Quiz
Waarom gebruiken we objectieve argumenten?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Video
Dat mag niet van de politie
Als we gaan fietsen, zijn we er sneller dan met de bus
Je moet niet via bol.com bestellen, telefoons zijn er veel duurder
Feit
Autoriteit of gezag
Nut
Slide 7 - Drag question
Tegenargument weerleggen
Een tegenargument weerlegt jouw stelling, is er tegen
Slide 8 - Slide
Waarom weerleggen we een tegenargument?
Slide 9 - Open question
Tegenargument weerleggen
Het maakt je betoog sterker
Je bent de ander voor
Het laat zien dat je overal aan het hebt gedacht
Slide 10 - Slide
Bouwplan overtuigende tekst
Inleiding
- Onderwerp / hoofdgedachte
Kern
- Argumenten
- Weerlegging van een tegenargument
Slot
- Korte samenvatting, geen nieuwe informatie
Slide 11 - Slide
Opbouw tekst
Witregel tussen alinea's
Een argument per alinea
Eventueel een pakkende openings- of slotzin.
Slide 12 - Slide