H4 Opdracht 43

Opdracht 43
Herhaling
Vocabulaire Hoofdstuk 4
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Opdracht 43
Herhaling
Vocabulaire Hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

Preposities

Slide 2 - Slide

Welke preposities ken je?

Slide 3 - Mind map

Klagen ...
A
op
B
over
C
in
D
met

Slide 4 - Quiz

hulp geven ...
A
aan
B
voor
C
met
D
tegen

Slide 5 - Quiz

doorstromen ...
A
tegen
B
over
C
op
D
naar

Slide 6 - Quiz

afkomstig zijn ...
A
van
B
uit
C
voor
D
onder

Slide 7 - Quiz

zich aanpassen ...
A
voor
B
tot
C
op
D
aan

Slide 8 - Quiz

Preposities
Welke is fout?

Slide 9 - Slide

Welke is fout?
A
recht hebben op
B
overschakelen op
C
doorstromen naar
D
klagen op

Slide 10 - Quiz

Welke is fout?
A
kiezen voor
B
inspelen voor
C
omgaan met
D
in aanraking komen met

Slide 11 - Quiz

Welke is fout?
A
trots zijn op
B
hulp geven aan
C
profiteren van
D
wijden onder

Slide 12 - Quiz

Wat is het verschil tussen
Mopperen op
en
Mopperen over?

Slide 13 - Open question

Vocabulaire 1

Slide 14 - Slide

De opvatting
A
De inrichting
B
De mening
C
Het standpunt
D
De samenvatting

Slide 15 - Quiz

Geruime tijd
A
Ongeveer vijf minuten
B
Er is tijd genoeg
C
Zaken uit het verleden
D
Al wat langer

Slide 16 - Quiz

Mede
A
ook
B
inzet
C
speciaal soort wijn
D
niet

Slide 17 - Quiz

Wat past het best?
De ... van de Nederlandse bevolking heeft tijdens de verkiezingen een stem op een rechtse partij uitgebracht.
A
behandeling
B
eis
C
meerderheid
D
opvatting

Slide 18 - Quiz

Schrijf een zin van minimaal zeven woorden. Gebruik het woord 'inrichten'.

Slide 19 - Open question

Schrijf een zin van minimaal negen woorden. Gebruik de woordgroep 'te pas en te onpas'

Slide 20 - Open question

Zijn er nog woorden die in deze les aan bod gekomen, waarvan je de betekenis niet weet?

Slide 21 - Mind map

Deze LessonUp was voor mij
zeer nuttig
nuttig
overbodig
zeer overbodig

Slide 22 - Poll

Slide 23 - Slide