This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Alinea- en zinsverbanden
Slide 1 - Slide
Zinsverbanden
Slide 2 - Slide
Alinea's, signaalwoorden
en tekstverbanden
Slide 3 - Slide
standpunt en argument
Er moet op school meer aandacht besteed worden aan de vaderlandse geschiedenis,
want jongeren moeten leren trots te zijn op ons verleden.
standpunt
signaalwoord
argument
argument
Slide 4 - Slide
Signaalwoorden (uitleg)
Tekstverband: Signaalwoord:
Opsomming en , ook, vervolgens, ten eerste, ten tweede, etc.
Slide 5 - Slide
Signaalwoorden
Tekstverband: Signaalwoord:
voorbeeld zo, zoals, bijvoorbeeld
reden/ argument want, omdat, daarom
conclusie/ standpunt dus, kortom, dan ook
Slide 6 - Slide
Signaalwoorden
Een voorbeeld kun je aankondigen met een signaalwoord:
bijvoorbeeld, zoals, denk maar aan, zo, neem nou, ...
Slide 7 - Slide
Herkennen van verbanden
Je herkent verbanden door de signaalwoorden. Elk verband heeft zijn eigen signaalwoorden.
Deze kan je vinden in de theorie en deze MOET je uit je hoofd leren
Slide 8 - Slide
Signaalwoorden
Een tekst zonder signaalwoorden bestaat eigenlijk niet!
Zelfs het simpelste woordje 'en' is een signaalwoord.
Ik pakte mijn fiets EN fietste naar school. --> Er wordt iets OPGESOMD!
Slide 9 - Slide
Opsomming, tegenstelling, voorbeeld
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
Slide 10 - Quiz
Opsomming, tegenstelling, voorbeeld
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
Slide 11 - Quiz
Opsomming, tegenstelling, voorbeeld
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
Slide 12 - Quiz
Opsomming, tegenstelling, voorbeeld
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld
Slide 13 - Quiz
Tekstverband = reden
Tekstverband = tegenstelling
Signaalwoord: want
Signaalwoord
omdat
Signaalwoord:
echter
Signaalwoord:
maar
Slide 14 - Drag question
Fraudeurs hebben de website van Dixons nagemaakt en hebben tienduizenden advertenties voor grote kortingen op Markplaats gezet, meldt de technologiewebsite Tweakers.
Marktplaats heeft de verkoper inmiddels geblokkeerd, maar de nepsite is nog in de lucht.
De fraudeurs adverteren met flinke kortingen op telefoons. Te mooi om waar te zijn, want op het moment dat mensen bestellen, kunnen zij alleen betalen via een bankoverschrijving naar een Nederlandse ING-rekening.
Op Marktplaats verschenen vanmorgen in korte tijd tienduizenden advertenties van de nepsite. Zo werd een iPhone 6 aangeboden voor 400 euro, in plaats van de gebruikelijke 600 tot 700 euro.
opsomming
Tegenstelling
Reden
Tegenstelling
Slide 15 - Drag question
Tekstverband = reden
Tekstverband = tegenstelling
Signaalwoord: want
Signaalwoord
omdat
Signaalwoord:
echter
Signaalwoord:
maar
Slide 16 - Drag question
Signaalwoord
tijd
Signaalwoord
conclusie
Signaalwoord doel-middel
Intussen
Daarmee
Dus
Daarna
Tijdens
Daartoe
Met de bedoeling
Vandaar
Slide 17 - Drag question
timer
1:30
Signaalwoord
Geen signaalwoord
ook
aan
word
zo
door
slecht
Slide 18 - Drag question
Signaalwoorden
van voorbeeld
Signaalwoorden
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van conclusie
dus
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook
Slide 19 - Drag question
Signaalwoord
Geen signaalwoord
ook
aan
word
zo
door
slecht
Slide 20 - Drag question
BOVENDIEN
A
opsomming
B
C
tijd
D
tegenstelling
Slide 21 - Quiz
TOCH
A
opsomming
B
C
tegenstelling
D
voorbeeld
Slide 22 - Quiz
ZOALS
A
opsomming
B
C
tegenstelling
D
voorbeeld
Slide 23 - Quiz
maar
A
opsomming
B
vergelijking
C
tegenstelling
D
conclusie
Slide 24 - Quiz
Omdat
A
oorzaak/gevolg
B
reden
C
tegenstelling
D
opsomming
Slide 25 - Quiz
enerzijds...anderzijds
A
toelichting
B
tegenstelling
C
opsomming
D
samenvatting
Slide 26 - Quiz
Signaalwoord: daarnaast
Tekstverband:
A
tijdsvolgorde
B
opsomming
C
tegenstelling
Slide 27 - Quiz
DAARNAAST
A
oorzaak/gevolg
B
tijd
C
tegenstelling
D
opsomming
Slide 28 - Quiz
kortom
A
toelichting
B
tegenstelling
C
opsomming
D
samenvatting
Slide 29 - Quiz
Daarna
A
oorzaak/gevolg
B
tijdsvolgorde
C
tegenstelling
D
opsomming
Slide 30 - Quiz
ONDER ANDERE
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)
Slide 31 - Quiz
Aan de slag!
Wat: maak opdracht 1 t/m 5 (taalverzorging, 4.2 Tekstverbanden)