Netwerken

• Welzijn
• Beroepsopleiding

WELKOM: SBIS LE 18!

Participatie en Netwerken.

Netwerken 2

Ledoelen: week 1

Thema 1. Student heeft zicht op zijn eigen talenten.

Spelvorm.

Thema 2. Student weet wat netwerk en kracht betekent.

Tweetallen of individueel.

Thema 1: Talenten spel!

We gaan in groepjes van 4 werken!

Startvraag? Toekomst (werk)

Wat voor werk doe ik in de toekomst? 

Wat wordt mijn volgende baan?

Waar loop ik volgend jaar stage(N4)?

Waar wil ik over drie jaar staan?

Spelen met Talenten!

1. Talenten kaarten: Iedereen een vraag beantwoorden

2. Waardenkaarten: Iedereen een vraag beantwoorden 

3. Feedback Kaarten: Iedereen een vraag beantwoorden

4. Doelen kaarten: Iedereen een vraag beantwoorden

5. Actie kaarten: Iedereen een vraag beantwoorden

Evalueren 

Waar ga jij mee aan de slag?

Welk talent wil jij ontwikkelen?

Wat wil jij ontwikkelen tijdens je opleiding?

STRAK .....reflectieverslag talenten spel!

Weten jullie nu wat je eigen talenten zijn?

LESDOEL 1?

Thema 2: Aan de slag met sociale netwerken!

Document uitwerken in twee tallen!

Negen tips voor netwerkgericht werken:

1. Begin met een open blik: wie zijn belangrijk in het leven van de cliënt?

2. Laat je leiden door de wensen en voorkeuren van de cliënt. Wie wil hij in zijn netwerk betrekken?

3. Kijk of het netwerk al eerder in kaart is gebracht, voordat je het zelf gaat doen.

4. Breng het netwerk in kaart: als een startpunt, niet als einddoel.

5. Maak het netwerk tastbaar en zichtbaar en breng het regelmatig ter sprake.

6. Verbeter de kwaliteit van contacten. Dit is even belangrijk als het uitbreiden van het netwerk.

7. Verbind mensen op basis van vergelijkbare interesses en levensstijl.

8. Betrek ook buren en buurtbewoners waar mogelijk.

9. Geef niet op! Soms is tegenslag even nodig om tot een doorbraak te komen.

www.waardigheidentrots.nl

Zoek uit wat een Sociale netwerk?

Vraag  cliënt en mantelzorger een lijst te maken van mensen die ze kennen. Wijs ze op hulpmiddelen als een Ecogram, die ze daarvoor kunnen gebruiken. Bekijk wie aan welke activiteiten, hobby’s en klussen te koppelen zijn en wie eventueel hulp kan bieden als dat nodig is. Zorg dat je tijd hebt om in gesprek te gaan over participatie vanuit het netwerk en help eventueel bij het invullen van een Ecogram. Bedenk dat het voor niet voor alle cliënten en mantelzorgers eenvoudig is om hulp te vragen. Besteed daar aandacht aan. Laat de regie zoveel mogelijk bij de cliënt en de mantelzorger.

Kracht (Sociaal Netwerk)

Pagina 103 van het document!

werk in twee tallen en overleg met elkaar wat men met KRACHT bedoeld?

CASUS 1 & 2 (maak een keuze)

Sociaal Netwerk in kaart brengen van cliënten, hoe doe je dat dan?

weet je iets van Sociaal Netwerk en Kracht?

Ledoel 2!

Wat vond je van deze Les?

Succes 

Vragen?

Lesdoelen week 1 behaald!

BOOM boek 2 Hoofdstuk 9: opdracht 1 en 2 maken 

Student heeft zicht op zijn eigen talenten

Student weet wat netwerk en kracht betekent

Student heeft zicht op en kennis over wat een sociaal netwerk is en hoe het in kaart gebracht kan worden.

Student brengt eigen netwerk in kaart.

Student weet wat positieve gezondheid betekend en kan dit toepassen in praktijksituaties.

Student kent het belang van regie over eigen leven,