What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
H3.2 Lineaire grafiek bij formule 1
Programma
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Opgaven maken
Programma
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
29 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Programma
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Opgaven maken
Programma
Slide 1 - Slide
3.2 - leerdoelen deze les
Wat moet je kunnen?
letterformule maken
weten wat een variabele is
rekenen met een letterformule
Slide 2 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Woordformule:
Inkomsten in € = 3 + 5 x tijd in uren
Slide 3 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Woordformule:
Inkomsten in € = 3 + 5 x tijd in uren
Inkomsten en tijd hebben met elkaar te maken.
Slide 4 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Woordformule:
Inkomsten in € = 3 + 5 x tijd in uren
Inkomsten en tijd hebben met elkaar te maken.
Er is dus een
VERBAND tussen inkomsten en tijd
.
Slide 5 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Woordformule:
Inkomsten in € = 3 + 5 x tijd in uren
Zonder woorden kan je de formule sneller schrijven
Slide 6 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Woordformule:
Inkomsten in € = 3 + 5 x tijd in uren
Zonder woorden kan je de formule sneller schrijven
Letterformule:
I = 3 + 5t
Slide 7 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Letterformule:
I = 3 + 5t
Je MOET dan wel zeggen wat
I en t betekenen
Slide 8 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Letterformule:
I = 3 + 5t
I = inkomsten in €
t = tijd in uren
Slide 9 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Letterformule:
I = 3 + 5t
I = inkomsten in €
t = tijd in uren
Voor de t (tijd) mag je steeds iets anders invullen.
Slide 10 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Voor de t (tijd) mag je steeds iets anders invullen.
Ook de I (inkomsten) veranderen steeds.
Letterformule:
I = 3 + 5t
I = inkomsten in €
t = tijd in uren
Slide 11 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Voor de t (tijd) mag je steeds iets anders invullen.
Ook de I (inkomsten) veranderen steeds.
I en t noemen we dan variabelen
Letterformule:
I = 3 + 5t
I = inkomsten in €
t = tijd in uren
Slide 12 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Slide 13 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 25 + 130 x t
Wat moet je hier bij zetten?
Slide 14 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 25 + 130 x t
Wat moet je hier bij zetten?
I = inkomsten in €
t = tijd in weken
Slide 15 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 25 + 130 x t
Wat zijn hier de variabelen?
Slide 16 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 25 + 130 x t
Wat zijn hier de variabelen?
I en t
Slide 17 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 25 + 130 x t
Hoeveel verdien je na 2 weken werken?
Slide 18 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 25 + 130 x t
Hoeveel verdien je na 2 weken werken?
I = 25 + 130 x 2
Slide 19 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 25 + 130 x t
Hoeveel verdien je na 2 weken werken?
I = 25 + 130 x 2
Dit is jouw berekening en
moet je dus opschrijven!
Slide 20 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 25 + 130 x t
Hoeveel verdien je na 2 weken werken?
I = 25 + 130 x 2
I = 285
Slide 21 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 25 + 130 x t
Hoeveel verdien je na 2 weken werken?
I = 25 + 130 x 2
I = 285
dus €285 euro
Slide 22 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 25 + 130 x t
Hoeveel verdien je na 2 weken werken?
I = 25 + 130 x 2
I = 285
dus €285 euro
Dit is het antwoord op de vraag
en moet je dus ook opschrijven!
Slide 23 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 25 + 130 x t
Hoeveel verdien je na 2 weken werken?
€285 euro
Alleen het antwoord
mag niet
(niet bij de toets en
niet bij jouw huiswerk)
Slide 24 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 25 + 130 x t
Hoeveel verdien je na 2 weken werken?
€285 euro
Alleen het antwoord
mag niet
(niet bij de toets en
niet bij jouw huiswerk)
x
Slide 25 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Die heb je niet.
Slide 26 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Die heb je niet. Eerst de bovenkant uitrekenen.
Slide 27 - Slide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Die heb je niet. Eerst de bovenkant uitrekenen.
daarna dit antwoord delen door 12
Slide 28 - Slide
Opgaven maken
Voor de volgende les
3.2:
opgave 9, 11, 12, 13, 15
VK 2 t/m 6
3.1: 3, 4, 5, 6, 7
3.2: 9, 11, 12, 13, 15
3.2: 19, 20, 21,22,23,24a
3.3: 25,28,29,30,31,32,33
3.4: 35,37,42,43,44,45,46,47
3.5: 48,51,52,53
3.6: 56,58,59,60,61,64,65,66,67
Diagnostische toets
Slide 29 - Slide