This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vernieuwde NHG standaard COPD 2021
Slide 1 - Slide
Wat is geen criterium voor de diagnose COPD, maar wel voor astma?
A
Meestal ouder dan 40 jaar
B
Deels irreversibel
C
Levensverwachting (bijna) normaal bij optimale behandeling
D
Meeroken
Slide 2 - Quiz
Wat is de hoeksteen van de medicamenteuze behandeling van COPD?
A
theofylline
B
inhalatiecorticosteroïden
C
luchtwegverwijders
D
neusspray
Slide 3 - Quiz
Bij COPD is sprake van een cholinerge samentrekking van het gladde spierweefsel van de luchtwegen. Bepaalde medicatie, die vaak bij COPD behandeling wordt verstrekt, remt de werking van acetylcholine door competitieve blokkade van de muscarine-receptoren. Door deze blokkade ontspant het spierweefsel.
Hoe wordt deze medicatiegroep genoemd?
A
beta-2-mimetica
B
anticholinergica
C
fosfodiësterase-4 remmers
D
inhalatiecorticosteroïden
Slide 4 - Quiz
Het stappenplan van inhalatiemedicatie bij COPD bestaat uit 3 stappen. Stap 1: Weinig voorkomende benauwdheidsklachten, geen longaanvallen Stap 2: Regelmatig benauwdheidsklachten, hinder of beperkingen (minder dan 2 of ≥ 2 longaanvallen) Stap 3: Aanhoudende benauwdheidsklachten, hinder of beperkingen (minder dan 2 of ≥ 2 longaanvallen) Wat is stap 1 in de behandeling van COPD?
A
een LAMA zoals tiotropium zo nodig
B
een LABA zoals formoterol zo nodig
C
een LAMA of LABA zo nodig
Slide 5 - Quiz
Het stappenplan van inhalatiemedicatie bij COPD bestaat uit 3 stappen. Stap 1: Weinig voorkomende benauwdheidsklachten, geen longaanvallen Stap 2: Regelmatig benauwdheidsklachten, hinder of beperkingen (minder dan 2 of ≥ 2 longaanvallen) Stap 3: Aanhoudende benauwdheidsklachten, hinder of beperkingen (minder dan 2 of ≥ 2 longaanvallen) Wat is stap 1 in de behandeling van COPD?
A
een LAMA zo nodig
B
een LABA zo nodig
C
een LAMA of LABA zo nodig
D
een SABA of SAMA zo nodig
Slide 6 - Quiz
Wat is stap 3 in de behandeling van COPD bij een patient, die 2 longaanvallen per jaar heeft gehad en aanhoudende klachten heeft?
A
een LABA plus inhalatiecorticosteroïd
B
een LABA of LAMA plus inhalatiecorticosteroïd
C
een LAMA plus inhalatiecorticosteroïd
D
een LABA plus LAMA en zo nodig een inhalatiecorticosteroïd
Slide 7 - Quiz
Wat is stap 2 in de behandeling van COPD bij een patiënt die geen longaanvallen heeft gehad?
A
een LABA plus inhalatiecorticosteroïd
B
een LABA of LAMA als onderhoudsmedicatie
C
een LAMA plus inhalatiecorticosteroïd
D
een LABA plus LAMA plus zo nodig een inhalatiecorticosteroïd
Slide 8 - Quiz
Wanneer moet je het effect van medicatie in de instelfase evalueren?
A
elke 6 weken
B
elke 4 weken
C
elke 2 weken
D
elke week
Slide 9 - Quiz
Wanneer zijn inhalatiecorticosteroïden aangewezen bij COPD?
A
nooit
B
bij 2 of meer longaanvallen per jaar
C
bij 3 of meer longaanvallen per jaar
D
bij 4 of meer longaanvallen per jaar
Slide 10 - Quiz
Welke van de volgende middelen is geen langwerkende muscarine antagonist (LAMA) ?
A
aclidinium
B
glycopyrronium
C
ipratropium
D
tiotropium
Slide 11 - Quiz
Welke soorten inhalatoren zijn geregistreerd voor de behandeling van COPD?
A
dosisaerosolen
B
droogpoederinhalatoren en aerosolen
C
softmistinhalatoren, aerosolon en poederinhalatoren
D
softmistinhalatoren, aerosolon ademgeactiveerde aerosolen en poederinhalatoren
Slide 12 - Quiz
Een LAMA en een LABA kunnen gecombineerd worden bij de behandeling van COPD.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Een ‘exacerbatie’ wordt voortaan een ‘longaanval’ genoemd.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Als een COPD patiënt 2 of meer longaanvallen per jaar heeft, maar verder weinig klachten, dan volstaat behandeling met een LAMA.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Welk type inhalator bevat geen drijfgas, geen lactose en is navulbaar, waardoor je niet iedere maand een inhalator hoeft weg te gooien?
A
dosisaerosol
B
softmist inhalator
C
droogpoeder inhalator
D
ademgestuurde inhalator
Slide 16 - Quiz
De mate van ziektelast is in de herziene NHG-standaard COPD van 3 naar 2 niveaus gegaan. Welke 2 zijn dit?
A
matig en verhoogde ziektelast
B
lichte en matige ziektelast
C
lichte en verhoogde ziektelast
D
verhoogde en ernstige ziektelast
Slide 17 - Quiz
Wat zijn de 4 subdomeinen van de ziektelast volgens de herziene NHG-standaard COPD?
A
hinder en klachten en beperkingen, duur van een longaanval, voedingstoestand en mate van obstructie
B
hinder en klachten en beperkingen, aantal longaanvallen, voedingstoestand, mate van obstructie
C
hinder en klachten en beperkingen, aantal longaanvallen, voedingstoestand, rookgedrag
D
hinder en klachten en beperkingen, aantal longaanvallen, comorbiditeit, voedingstoestand
Slide 18 - Quiz
Wat zegt de herziene NHG-standaard COPD niet over triple therapie:
A
Wees terughoudend met triple therapie, overweeg alleen indien de indicatie voor 2 luchtwegverwijders en ICS gedurende langere tijd aanhoudt
B
Start bij aanhoudende klachten en frequente longaanvallen, ondanks behandeling met LAMA+LABA, een vaste combinatie met triple therapie
C
Voeg bij het overgaan op triple therapie in eerste instantie een mono-preparaat toe en evalueer daarvan het effect en de mogelijke bijwerkingen
Slide 19 - Quiz
Welke van onderstaande beweringen vind je terug in de herziene NHG-standaard COPD
A
LAMA beschermt iets beter tegen (minder ernstige) longaanvallen en heeft daarom in geringe mate de voorkeur boven LABA
B
Overweeg in overleg met de patiënt LAMA + LABA bij aanhoudende klachten op monotherapie
C
Bij ≥ 2 longaanvallen, maar verder weinig klachten volstaat een LAMA
D
Alle hierboven genoemde punten
Slide 20 - Quiz
Wat is de dosering prednisolon bij een longaanval COPD?
A
prednisolon 30 mg 5 - 14 dagen
B
prednisolon 30 mg 7 - 14 dagen
C
prednisolon 40 mg 5 - 14 dagen
D
prednisolon 40 mg 7 - 14 dagen
Slide 21 - Quiz
Welke van onderstaande beweringen is juist met betrekking tot de herziene NHG-standaard COPD: Stelling I: In de herziene NHG-standaard is een aanpak voor het staken van ICS opgenomen. Stelling II: Bij onvoldoende effect van één luchtwegverwijder, dan een 2e van de andere klasse toevoegen.