3F H5 Verhoudingen-deel 1

Hoofdstuk 5 verhoudingen
Doel:

Je leert verhoudingen herkennen.
Je herkent verhoudingen die gelijk zijn aan elkaar.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5 verhoudingen
Doel:

Je leert verhoudingen herkennen.
Je herkent verhoudingen die gelijk zijn aan elkaar.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Verhoudingen
Relatie tussen twee getallen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Verhoudingen
Verhoudingen worden op verschillende manieren geschreven.

1 : 3
Tabel
Breuk

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met verhouding
Een verhouding is een deel van geheel.
Het geheel wordt berekend door de delen op te tellen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is de verhouding
appel : banaan
A
2:3
B
2:5
C
3:2

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

De verhouding 3 : 12 hoort bij...
A
1:3
B
3:4
C
1:4
D
1:5

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

De verhouding 4 : 8 hoort bij...
timer
1:00
A
1:3
B
1:5
C
1:2
D
1:6

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een verhouding?
Een verhouding geeft een verband aan tussen twee of meer getallen. Je kunt een verhouding gebruiken om een prijs, een aantal of een hoeveelheid uit te rekenen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met verhoudingen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is de verhouding tussen jongens en meisjes
A
5 : 15
B
1 : 3
C
1 : 5
D
3

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de verhouding limoensap : gembersiroop in de aardbeiencocktail?
A
3:1
B
1:3
C
4:1
D
1:4

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de verhouding limoensap : gembersiroop in de aardbeiencocktail?
timer
1:00
A
3:1
B
1:3
C
4:1
D
1:4

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

        a. Hoeveel kost 600 gram olijven?
 b. Hoeveel kost 100 gram olijven?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Theorie 2 - Verhoudingstabel
Bij het vergroten of verkleinen van de getallen in een verhouding kun je een verhoudingstabel gebruiken. Je schrijft de getallen uit de verhouding boven elkaar in een kolom van de verhoudingstabel.

Slide 14 - Slide

Je kunt de getallen in de verhouding vergroten door ze allebei met hetzelfde getal te vermenigvuldigen. Je kunt de getallen in de verhouding verkleinen door ze allebei door hetzelfde getal te delen.
Voorbeeld
 500 gram broccoli kost €1,10.

Hoeveel kost 250 gram broccoli?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 
Ruben koopt 250 gram abrikozen.
Hoeveel moet Ruben betalen?
Vul de verhoudingstabel in.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1
Jamal koopt 200 meter afplaktape. 50 meter afplaktape kost € 3,50. Hoeveel moet Jamal betalen?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2
Aziz koopt 0,5 kilogram zalm. Eén kilogram zalm kost € 22.
Hoeveel moet Aziz betalen?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

opdracht 3
Britt koopt 60 pennen. 15 pennen kosten € 6,75.
Hoeveel moet Britt betalen?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 4
Jeff koopt 2 meter lint. 6 meter lint kost € 6,90.
Hoeveel moet Jeff betalen?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Zak met knikkers
In de zak verhouden de rode en witte knikkers zich als 1 op 4
In totaal zitten er 30 knikkers in de zak, hoeveel witte knikkers zitten in de zak?
Verhouding bij elkaar optellen: 1 + 4 = 5
Nieuwe verhouding 4 : 5


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Knikkers
We hebben nieuwe verhouding.
Deze zetten wij in verhoudingstabel.

Uitrekenen: 4 x 6 = 24
24 witte knikkers

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat is naar verhouding de goedkoopste haargel?
A
Tube haargel
B
Pot haargel

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welke fietsenverhuurder is naar verhouding het goedkoopst?
timer
0:45
A
Toms fietsverhuur
B
fietshandel Jelsma

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is in verhouding het meest?

A
8 van de 25
B
15 van de 20

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions