What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
TC A2 2.5 + 2.7 voltooide tijd en inversie
voltooide tijd + inversie
TaalCompleet A2
thema 2.5 en 2.7
oefeningen uit: Van A tot Zin
Carolien
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
NT2
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
voltooide tijd + inversie
TaalCompleet A2
thema 2.5 en 2.7
oefeningen uit: Van A tot Zin
Carolien
Slide 1 - Slide
Ik heb in de vakantie _______
A
wandelen
B
wandel
C
gewandeld
D
gewandelt
Slide 2 - Quiz
Samir heeft in de duinen ______
A
fietsen
B
fietst
C
gefietst
D
gefietsd
Slide 3 - Quiz
Ik heb op het feest _______
A
dansen
B
dans
C
gedanst
D
gedansd
Slide 4 - Quiz
Laila heeft twee jaar in een winkel ____
A
werken
B
werkt
C
gewerkt
D
gewerkd
Slide 5 - Quiz
Hans ______ in het weekend.
A
sporten
B
sport
C
gesport
D
gespord
Slide 6 - Quiz
Ik heb op Koningsdag feest _______
A
vieren
B
vier
C
geviert
D
gevierd
Slide 7 - Quiz
Jan heeft vanochtend zijn tanden ____
A
poetsen
B
poetst
C
gepoetst
D
gepoetsd
Slide 8 - Quiz
De cursisten hebben goed ________
A
luisteren
B
luistert
C
geluistert
D
geluisterd
Slide 9 - Quiz
Vul in. Voorbeeld
koken Hij __________ rijst ____________
antwoord: Hij
heeft
rijst
gekookt
.
Slide 10 - Slide
knippen
De kapper _____ mijn haar _____
Slide 11 - Open question
typen
Jij ______ de brief _______
Slide 12 - Open question
trainen
De voetballers _____ gisteren _____
Slide 13 - Open question
halen
Ik _____ de bus net _____
Slide 14 - Open question
wonen
_____ jij in Amsterdam _______ ?
Slide 15 - Open question
wandelen
Samir _______ in de vakantie _________
Slide 16 - Open question
spelen
De kinderen _______ buiten _________
Slide 17 - Open question
huilen
De baby ______ vannacht __________
Slide 18 - Open question
tekenen
Agnes _____ een mooie bloem ______
Slide 19 - Open question
huren
Mijn familie _______ een boot ________
Slide 20 - Open question
smeren
Els _______ zalf op haar arm __________
Slide 21 - Open question
hoesten
Ik ________ vorige week veel _________
Slide 22 - Open question
maken
Jij _____ de opdracht goed ________
Slide 23 - Open question
Hoofdzin met inversie
Slide 24 - Slide
Maak een zin die begint met:
Morgen
Slide 25 - Open question
Maak een zin die begint met:
In het park
Slide 26 - Open question
Maak een zin die begint met:
In de dierentuin
Slide 27 - Open question
Maak een zin die begint met:
In de vakantie
Slide 28 - Open question
Hoe heb je deze lessonup gedaan?
Ik maak veel fouten, want ik begrijp het niet.
Het gaat al steeds beter!
Het gaat goed, ik begrijp het
Ik vind het makkelijk. Ik heb bijna alles goed.
Slide 29 - Poll