M0.3 Communicatie

Welkom!

1 / 19
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Waarop let je als je iemand voor het eerst ziet?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

|Opdracht 1: hoe kom je over?

Slide 5 - Slide

M0.3
Introductie communicatie
  • Communicatie is een heel belangrijk onderdeel van je werk
      als LVD;

  • Je communiceert de hele dag met collega's, passagiers, 
      indirecte collega's van andere bedrijven werkzaam in de
      luchtvaart;

  • Bij ieder contact laat je een indruk achter op een passagier.
      Deze indruk bepaalt mede hoe een passagier tegen een
      luchtvaartmaatschappij aankijkt;

  • Communiceren leer je vooral door te doen, uit je
     comfortzone te stappen en te ervaren.

Slide 6 - Slide

Opbouw module
  • 7 weken van 4 lesuren per week;

  • Theorie, veel oefenen, elkaar feedback geven  en reflecteren op je eigen
      manier van communiceren

  • Eindopdracht: presentatie over lichaamstaal

  • Beoordeling: individueel op basis van rubrics (lijst met criteria) 

Slide 7 - Slide

(is achterin modulereader te vinden)

Slide 8 - Slide

Criteria waarop gelet wordt tijdens de presentatie
Omgaan met feedback
Gesprek voeren
Beleefd 
Open houding
Respectvol
Manier van presenteren
Manier van spreken
Lichaamstaal
Reflecteren op eigen gedrag

Slide 9 - Slide

Communicatie
Wat bedoelen we daar nu mee?

Slide 10 - Slide

Wat is communicatie?

Slide 11 - Open question

Communicatie is:


  • Het overdragen van informatie 
      tussen zender en ontvanger.


Slide 12 - Slide

Het communicatieschema
Het communicatieschema
2. Boodschap en medium
Wat zeg ik?
5. Boodschap en medium
Wat zeg ik?
1. Coderen
Wat wil ik zeggen?
4. Coderen
Wat wil ik zeggen?
3. Decoderen
Wat bedoelt hij/zij?
6. Decoderen
Wat bedoelt hij/zij?

Slide 13 - Slide

Coderen en decoderen
Coderen ("Hoe zal ik dat eens zeggen?")
  • Informatie die je wilt overdragen zet je om in een
     mededeling die de ontvanger begrijpt.

Decoderen ("Hoe komt de boodschap op mij over?")
  • De interpretatie. Het ontvangen van de boodschap wordt
      beïnvloedt door allerlei factoren.

Slide 14 - Slide

De gekleurde bril van de ontvanger
Wat kan de interpretatie van de
boodschap beïnvloeden??

Slide 15 - Mind map

De gekleurde bril van de ontvanger
Wat kan de interpretatie een boodschap beïnvloeden?

  • Cultuur
  • Opvoeding
  • Vooroordelen
  • Interesse
  • Stemming
  • Eerdere ervaringen
  • Tijdsdruk
  • Andere omgevingsfactoren zoals...?

Slide 16 - Slide

  • Zender en ontvanger hebben
    het over hetzelfde
  • Zender en ontvanger hebben 
    het niet over hetzelfde
Communicatieproces in beeld: zender en ontvanger

Slide 17 - Slide

Boodschap en medium
Boodschap
  • Inhoud (dat wat je zegt)
  • Bedoeling (waarom zeg je het)

Hoe breng je de boodschap over? 
  • Intonatie, klemtoon, gebaren, non-verbaal... etc.

Medium
  • = middel om de boodschap over te brengen (mondeling, schriftelijk, email, telefoon, snapchat, instagram, tv, vlog, filmpje via YouTube... etc.).

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide