Werken les 3



Werken



3 Hoe kom je aan werk?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson



Werken



3 Hoe kom je aan werk?

Slide 1 - Slide

Sollicitaties gaan altijd eerlijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Mensen beoordelen op hun naam mag, je moet ze toch ergens op selecteren?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Hoe zou je discriminatie tijdens sollicitatiegesprekken kunnen stoppen?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

Wat is de eerste behoefte volgens Maslow?
A
Veiligheid
B
Levensbehoefte
C
Waardering
D
Erbij horen

Slide 6 - Quiz

Een dak repareren tegen lekken is een voorbeeld van welk type behoefte?
A
Waardering
B
Levensbehoefte
C
Ergens goed in worden
D
Zekerheid

Slide 7 - Quiz

Trainen om profvoetballer te worden is een voorbeeld van welke behoefte?
A
Waardering
B
Erbij horen
C
Ergens goed in worden
D
Zekerheid

Slide 8 - Quiz

Premies worden alleen betaald door werkende mensen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Hoe heet de man van de piramide met behoeften?

Slide 10 - Open question

Arbowet is:
A
Wet dat werkomgeving veilig moet zijn
B
Regel dat overheid werk moet regelen
C
Wet dat iedereen werk met armen moet doen
D
Wet dat je sollicitatieplicht hebt

Slide 11 - Quiz

Je hebt altijd sollicitatieplicht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Werk
  • Er zijn vijf plekken om een baan te vinden:
  1. Zelf zoeken naar vacatures
  2. Open sollicitatie sturen (zelf een bedrijf benaderen).
  3. Aanmelden bij Uitzendbureau
  4. Gebruik maken van je netwerk (Linked In of vrienden/familie)
  5. Via het UWV (door bijstand)

Slide 13 - Slide

Arbeidscontract
  • Als je aangenomen wordt, beginnen onderhandelingen over het arbeidscontract. Hierin staat bv:
  • Je functie, werktijden en loon.
  • Je vrije dagen en ook hoe lang je proeftijd is.

Slide 14 - Slide

Wit of Zwart?
  • Wit werken: je werkt met een contract en betaald belasting.
  • Zwart werken: zonder contract en geen belasting betalen.
  • Voordeel zwart: goedkoper
  • Nadeel: je hebt geen enkel recht, niet op vakantie, met ziekte, geen verzekering. Daarnaast is het verboden.

Slide 15 - Slide

Verschillende belangen
  • Werknemers en werkgevers hebben verschillende belangen:
  • Veel uitbetaald krijgen (werknemer), maar niet veel willen betalen (werkgever).
  • Afspraken worden vaak algemeen vastgelegd: CAO (collectieve arbeidsovereenkomst). Afspraken voor heel beroep (bv alle leraren).

Slide 16 - Slide

Werk krijg je alleen maar door te solliciteren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Geef een voorbeeld van een beroep dat vaak zwart wordt gedaan:

Slide 18 - Open question

Geef een nadeel van zwart werken.

Slide 19 - Open question

CAO en Arbeidscontract zijn hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Zowel in de CAO als in een arbeidscontract staat hoeveel vakantiedagen je hebt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Werkgevers hebben dezelfde belangen als werknemers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Na deze les kun je:
  • Ken je alle wegen van de sollicitatie
  • Weet je wat er in een arbeidscontract staat.
  • Weet je het verschil tussen zwart en wit werken 
  • Kun je voor- en nadelen van zwartwerken benoemen.
  • Weet je wat een CAO is.

Slide 23 - Slide