What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
KOP Observeren rapporteren
1 / 87
next
Slide 1:
Slide
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 4
This lesson contains
87 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Theorie voor deze leeractiviteit
Boom digitaal/Angerenstein
Methodiek en Begeleiden voor Pedagogisch werk
thema 4
Signaleren en observeren
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Observeren?
Wat is dat?
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Slide
Filmpje
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Wat is observeren?
A
Bewust waarnemen met als doel informatie verzamelen
B
Doelgericht waarnemen met als doel informatie verzamelen
C
Bewust en doelgericht waarnemen
D
Bewust en doelgericht waarnemen met als doel informatie verzamelen
Slide 20 - Quiz
Objectief observeren.
'Monique is agressief' is een interpretatie. Een observatie zou kunnen zijn:
A
Monique slaat Vera in het gezicht
B
Monique is vervelend
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Belangrijk!
Nogmaals: heb je de eindopdracht met een voldoende behaald?
Dan heb je voldaan aan de ingangseis om examen D te doen!
Ik geef dat door aan Annette, via mail, met jou/jullie op CC.
Lever je opdracht in en check je mail!
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
wat ga je doen?
opdrachten 4, 5 en 12 maken BoomDigitaal
Lezen SBIS werkmodel observatieplan en rapporteren
vragen opschrijven
afspraken maken mbt uitvoeren observatie op je stage/werkplek
Slide 27 - Slide
afsluiting les 1
Vragen?
Opmerkingen?
Feedback?
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Objectief/subjectief
We gaan een klein stukje van "het geheime leven van 4jarigen" bekijken
je schrijft 2 objectieve waarnemingen op
je schrijft 2 subjectieve waarnemingen op
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Slide 45 - Slide
Slide 46 - Slide
Slide 47 - Slide
Slide 48 - Slide
Slide 49 - Slide
Slide 50 - Slide
Welk begrip hoort bij
‘feitelijk gedrag opschrijven’?
A
Subjectief observeren
B
Onjuist observeren
C
Objectief observeren
D
Onvolledig observeren
Slide 51 - Quiz
Welke van deze methoden zijn kwantitatieve observatiemethoden?
A
Checklist
B
Interval
C
Tijdsteekproef
D
Participerend observeren
Slide 52 - Quiz
Slide 53 - Slide
Slide 54 - Slide
Slide 55 - Slide
Slide 56 - Slide
Slide 57 - Slide
Slide 58 - Slide
Slide 59 - Slide
Slide 60 - Slide
Slide 61 - Slide
Wat bedoelen we met het halo-effect?
A
Als één positief element overheerst in een personeelsgesprek.
B
Als één negatief element overheerst in een personeelsgesprek.
Slide 62 - Quiz
Slide 63 - Slide
A
Slide 64 - Quiz
Wat is kwalitatief observeren?
A
Je kijkt hoe vaak bepaald gedrag voorkomt
B
Je kijkt naar de groepsdynamiek in een groep
C
Je kijkt naar gedrag dat storend is
D
Je kijkt naar gedrag en welke gedragingen elkaar opvolgen
Slide 65 - Quiz
Wat zijn de voor en nadelen van beschrijvend observeren?
A
jij bepaalt wat je noteert, compleet beeld
B
moeilijk aandacht verdelen, tijdrovend
C
geen van beide
D
beide
Slide 66 - Quiz
een observatie waarbij je om de zoveel tijd noteert wat je hebt waargenomen heet:
A
continu observeren
B
event-sampling
C
time-sampling
Slide 67 - Quiz
Slide 68 - Slide
Slide 69 - Slide
Slide 70 - Slide
Slide 71 - Slide
Slide 72 - Slide
Slide 73 - Slide
Slide 74 - Slide
Slide 75 - Slide
Slide 76 - Slide
Slide 77 - Slide
Slide 78 - Slide
Slide 79 - Slide
Slide 80 - Slide
Slide 81 - Slide
Slide 82 - Slide
Slide 83 - Slide
Slide 84 - Slide
Slide 85 - Slide
Slide 86 - Slide
Slide 87 - Slide