voorkennis toets helpende plus

voorkennis toets helpende plus
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

voorkennis toets helpende plus

Slide 1 - Slide

Wat is fibromyalgi?
A
Een suikerziekte
B
Een ziekte waarbij teveel eiwitneerslagen in de hersenen zijn
C
Een ziekte met veel pijn in het bindweefsel en de spieren
D
Een ziekte waarbij hersencellen in te snel tempo verouderen

Slide 2 - Quiz

Wat zijn de meest voorkomende verschijnselen van CVA?
A
Scheve mond, lamme arm, verwarde spraak
B
Scheve mond, incontinent, gedesoriënteerd
C
Onderbewustzijn raken
D
Trillen

Slide 3 - Quiz

Welke medicatie wordt per os de medicatie indienen?
A
rectaal
B
op de huid
C
spuiten
D
oraal

Slide 4 - Quiz

Welke medicatievorm kan via de anus toegediend worden?
A
capsule
B
medicatiepleister
C
zetpil en klysma
D
tablet en drank

Slide 5 - Quiz

Je hebt een cliënt zijn medicatie gegeven, hij moet daarna braken. Wat moet je doen?
A
Niks
B
Overleggen met de arts
C
Opnieuw medicatie geven
D
Observeren

Slide 6 - Quiz

Wat is een voorbeeld van de manier waarop je de wondgenezing positief kan beinvloeden?
A
Voldoende rust nemen
B
Gezond voedingspatroon
C
Niet roken
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quiz

Waarom is de kans op blaasontsteking bij vrouwen groter dan bij mannen?
A
De plasbuis is korter
B
De plasbuis is langer
C
De plasbuis is recht van vorm
D
Antwoord A en C zijn juist

Slide 8 - Quiz

De oorzaak van veel blaasproblemen is retentie. Wat gaat er dan mis?
A
De blaas is niet goed leeg geplast
B
Er komen teveel bacteriën bij de blaas
C
Er wordt teveel alcohol gedronken
D
Er wordt teveel suiker gedronken

Slide 9 - Quiz

Bij welke afwijking kun je een steunkous gebruiken?
A
Trombose en spataderen
B
Oedeem
C
Zware en vermoeide benen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 10 - Quiz

Diabetes type 2 wordt ook wel welvaartsziekte genoemd. Wat wordt daarmee bedoeld?
A
Door overmatig eten en gebruik van suiker
B
Door gebruik van telefoon
C
Door te weinig beweging in verband met kantoorbanen
D
Door roken

Slide 11 - Quiz

Vanaf welke temperatuur heb je koorts?
A
37 graden
B
37,5 graden
C
38 graden
D
38,5 graden

Slide 12 - Quiz

Wat is een objectieve beschrijving?
A
In rust is de hartslag 110
B
Hij ziet er wat bleekjes uit
C
De ademhaling is erg langzaam
D
Hij voelt zich niet lekker

Slide 13 - Quiz

Op welke punten let je als je de ademhaling observeert?
A
De snelheid en de diepte
B
Het ritme
C
Het geluid
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 14 - Quiz