Opdracht: Schrijf over de regels in de klas
Begin: Schrijf een zin om te beginnen. Bijvoorbeeld: "In de klas hebben we regels."
Regel 1: Schrijf over één regel in de klas.
Regel 2: Schrijf over een andere regel in de klas.
Waarom: Waarom zijn regels in de klas belangrijk? Schrijf één zin.