What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
Startrekenen 1F Domein 3, H 13 Lengtematen
Startrekenen 1F
Domein 3 meten en meetkunde
Hoofdstuk 13 Lengte en oppervlakte
Lengtematen
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Rekenen
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Startrekenen 1F
Domein 3 meten en meetkunde
Hoofdstuk 13 Lengte en oppervlakte
Lengtematen
Slide 1 - Slide
Startrekenen 1F
Domein 3 meten en meetkunde
Hoofdstuk 13 Lengte en oppervlakte
Lengtematen
Slide 2 - Slide
Wat is lengte?
Slide 3 - Open question
Lengte
De lengte van een figuur geeft aan
hoe lang dat figuur of voorwerp is
.
Soms hebben ze het ook wel over
afstand
.
Bijvoorbeeld:
De
Lengte
van de woonkamer is 7 meter.
De
afstand
tussen Enschede en Glanerbrug is 5 km.
Slide 4 - Slide
welke lengtematen ken je?
Slide 5 - Mind map
De afstand naar Haarlem of Amsterdam geef ik aan in ..........
A
meter
B
kilometer
C
hectometer
D
centimeter
Slide 6 - Quiz
De punt van een potlood geef ik aan in....
A
decimeter
B
centimeter
C
decameter
D
millimeter
Slide 7 - Quiz
De hoogte van een deur is ongeveer....
A
2 decimeter
B
20 centimeter
C
5 meter
D
2 meter
Slide 8 - Quiz
Wat wordt bedoeld met de zin:
De achtertuin is 15 meter diep.
A
Hoe diep je kunt graven.
B
Hoe lang de tuin is.
C
Wat de oppervlakte van de tuin is.
D
Wat de omtrek van de tuin is.
Slide 9 - Quiz
Boek:
hoofdstuk 13 lengte en oppervlakte
3 t/m 5
Studiemeter:
Slide 10 - Slide
0
Slide 11 - Video
Slide 12 - Slide
De lengte van een kano
is 2 m hoeveel dm is dat?
A
20
B
20 dm
C
0,2
D
0,2 dm
Slide 13 - Quiz
De lengte van een armband is 9 cm. Hoeveel mm is dat?
Slide 14 - Open question
Hoeveel mm is 1 cm?
A
1
B
10
C
100
D
1.000
Slide 15 - Quiz
Hoeveel cm is 1 meter?
A
1
B
10
C
100
D
1.000
Slide 16 - Quiz
Hoeveel meter is 1 kilometer?
A
1
B
10
C
100
D
1.000
Slide 17 - Quiz
Hoeveel mm is een liniaal?
A
3
B
30
C
3000
D
300
Slide 18 - Quiz
De man aan de rechterkant is 2.20 m
hoeveel cm lang is hij?
A
22 cm
B
2.200 cm
C
22.000 cm
D
220 cm
Slide 19 - Quiz
Hoeveel meter is het naar de andere kant van de stad?
A
7000
B
700
C
7
D
70
Slide 20 - Quiz
0
Slide 21 - Video
Weektaak
Stroom 2 en 3
Blauwe boek: hoofdstuk 13 lengte en oppervlakte
1 t/m 6
Studiemeter: lengte en oppervlakte- lengte omrekenen
Slide 22 - Slide