Het hart

Wat is de hoofdtaak van het hart?
Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Pompen zuurstofarm bloed > longen
B
Pompen zuurstofrijk bloed > spieren en organen
C
Pompen voedingsstoffen > spieren en organen
D
Pompen zuurstofarm bloed > spieren en organen
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat is de hoofdtaak van het hart?
Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Pompen zuurstofarm bloed > longen
B
Pompen zuurstofrijk bloed > spieren en organen
C
Pompen voedingsstoffen > spieren en organen
D
Pompen zuurstofarm bloed > spieren en organen

Slide 1 - Quiz

Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de?
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 2 - Quiz

Het hart ontvangt zuurstofrijkbloed door..?
A
Longader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Aorta

Slide 3 - Quiz

Op de afbeelding zie je het hart. Welk nummer is de rechter hartkamer?
A
1
B
2
C
10
D
9

Slide 4 - Quiz

Via elektrische stroompjes trekken eerst de ... samen en daarna de ....?(sinusknoop)
A
Eerst de kamers en daarna de boezems
B
Eerst de boezems en daarna de kamers
C
Eerst de linkerkamer en daarna de rechterboezem
D
Eerst de rechterkamer en daarna de linkerboezem

Slide 5 - Quiz

Welk deel van het hart is verstopt bij een hartinfarct?
A
Hartslagader
B
Hartader
C
Kransader
D
Kransslagader

Slide 6 - Quiz

De hartkleppen zorgen er voor dat het bloed niet terug het hart in stroomt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Hart-longen-hart hoort bij?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 8 - Quiz

Een bloedvat loopt van het hart weg. Dat is een...
A
Ader
B
Slagader
C
Haarvat
D
Dit kunnen alle soorten bloedvaten zijn

Slide 9 - Quiz

Hoe vaak gaat het bloed door het hart?
A
1 keer
B
2 keer
C
3 keer
D
4 keer

Slide 10 - Quiz

Hoe loopt de grote bloedsomloop?
A
Hart, longen, hart
B
lichaam, hart
C
Hart, lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 11 - Quiz

Hoeveel boezems heeft het hart?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quiz

De linkerkamer heeft een dikke spierwand waarom?
A
De linkerkamer pompt het zuurstofarme bloed door het hele lichaam.
B
De linkerkamer pompt het zuurstofrijke bloed naar de longen.
C
De linkerkamer pompt het zuurstofrijke bloed door het hele lichaam.
D
Alle antwoorden zijn onjuist.

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de symptomen van een hartinfarct?
A
Beklemmende, drukkende pijn op de borst. Uitstraling naar nek, kaak en armen.
B
Misselijk, zweten, braken en snelle ademhaling.
C
Pijn tussen schouderbladen, kortademigheid, extreme moeheid en angstig.
D
Alle symptomen horen bij een hartinfarct

Slide 14 - Quiz

Wat gebeurt er bij een hartinfarct?
A
Het hart stopt zonder reden met kloppen.
B
Een deel van het hart krijgt geen zuurstof en voedingstoffen meer.
C
Het hart klopt sneller dan normaal.
D
Het hart kan geen koolstofdioxide meer afgeven.

Slide 15 - Quiz

Hoe noemen we een verstopping in de bloedvaten van de hersenen?
A
Hartinfarct
B
Beroerte
C
Hartfalen
D
Suikerziekte

Slide 16 - Quiz

Hoe kan je een beroerte herkennen? Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Zingen
B
Scheve mond
C
Pijnlijke arm
D
Raar praten

Slide 17 - Quiz

Slagaderverkalking (atherosclerose) is een proces waarbij de wand van je slagaderen door ....... dikker wordt.
A
Vocht, verkalking en bloed
B
Ontstekingscellen, verkalking en cholesterol
C
Verkalking
D
Cholesterol

Slide 18 - Quiz

Wat verhoogt de kans op een hoge bloeddruk?
A
Roken en veel alcohol drinken
B
Veel zout in eten
C
Overgewicht en stress
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 19 - Quiz

Bij Angina Pectoris heb je pijn op de borst of hartkramp. Wanneer treedt de pijn op?
A
Als de hartspier te veel zuurstof krijgt
B
Als de hartspier te weinig voedingsstoffen krijgt
C
Als de hartspier niet meer werk
D
Als de hartspier te weinig zuurstof krijgt

Slide 20 - Quiz

Hart- en vaatziekten

Slide 21 - Mind map