What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Rijn IJssel
Visit the website
‹
Return to search
BBL LE 4 Meryan sondevoeding
BBL LE 4 Meryan sondevoeding
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Verzorgende
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
BBL LE 4 Meryan sondevoeding
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
waarom ga je sondevoeding geven en wie komt hiervoor in aanmerking?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
welke soort voedingssondes zijn er?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Op welke manieren kan je sondevoeding toedienen?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Welke complicaties kunnen optreden bij het geven van sondevoeding?
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Wat is geen aandachtspunt bij het inbrengen van een maagsonde
A
de ligging van de maagsonde controleren
B
de juiste lengte van de sonde bepalen
C
luisteren of de sonde goed ligt door auscultatie (borrelen)
D
controleren van de neusgaten en positie van het hoofd
Slide 22 - Quiz
om de ligging van de neus/maagsonde te controleren moet je:
A
ph waarde controle doen
B
met de stethoscoop controleren of de sonde goed zit
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist
Slide 23 - Quiz
Wat is een PEG-sonde?
A
een sonde die via de neus naar de dunne darm gaat
B
een sonde die via de buikwand naar de maag gaat
C
een sonde die via de buikwand naar de dunne darm gaat
D
een sonde die via de neus naar de dikke darm gaat
Slide 24 - Quiz
Hoe heet de methode die wordt gebruikt om te meten hoever de sonde moet worden ingebracht?
A
NEX - 12
B
NEX + 12
C
NEX - 10
D
NEX + 10
Slide 25 - Quiz
Bij een pH lager dan of gelijk aan …... ligt de sonde waarschijnlijkheid in de maag.
A
4,5 pH
B
5,5 pH
C
6,5 pH
D
7 pH
Slide 26 - Quiz
Wat is de juiste positie die en zorgvrager kan aannemen bij het inbrengen van een sonde?
A
Liggend
B
Half zittend
C
Op rechter zij
D
Op de linker zij
Slide 27 - Quiz
Wanneer moet je de ligging van de sonde controleren met de pH-strip
A
Elke keer als je nieuwe voeding aanhangt
B
Iedere 24 uur
C
Als je twijfelt aan de ligging van de sonde
D
Als de cliënt flink heeft moeten hoesten of braken
Slide 28 - Quiz
Een sonde via de neus, door de keel, slokdarm en maag die eindigt in de duodenum.
Welke sonde wordt hier omschreven?
A
Jejunumsonde
B
PEG-sonde
C
PEJ-sonde
D
Duodenumsonde
Slide 29 - Quiz