Hart en bloedsomloop niv 2

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Het hart

HB.4fa

Week 1	Hart en Bloedsomloop
Week 2	Bloedvaten, hartslag en bloeddruk
Week 3	Ziektebeelden hart en bloedvaten
Week 4	Ademhalingsstelsel
Week 5	Ziektebeelden ademhaling

Week 6	Uitscheiding
Week 7	CVA
Week 8	ALS/MS
week 9
Week 10

Leerdoelen hart

Je kunt:

1. Uitleggen waar in het lichaam het hart zich bevindt.​
2. Uitleggen hoe het hart er uit ziet
3. Uitleggen hoe het hart werkt
4. Uitleggen welke verschillende bloedvaten we hebben

Iemand eigenaar maken van 1 leerdoel. Einde les leerdoel samenvatten

Hoeveel weet jij al over het hart?

010

Heb jij cliënt(en) met hartproblematiek?

1. Ja
2. Nee
3. Weet ik niet

Welke ziektebeelden van het hart hebben zij of ken je?

Ligging

Spier​ met zuig-perspomp​

​

Grootte = gebalde vuist​

In borstholte​

Tussen longen​

Links 

Functie

• Het hart is de pomp die de bloedcirculatie op gang houdt.​
• 4 tot 5 liter bloed, hart van een volwassene slaat ~ 70 keer per minuut in rust​.
• bloed bevat zuurstof en voedingsstoffen voor alle spieren en organen

Opdracht: Hoe ziet het hart er uit?

Denken	Maak het werkblad	15 min
Delen	Overleg met je buur wat je weet en vul je werkblad aan	5 min
Uitwisselen	Klassikaal nabespreken	10 min

Uitprinten groot hart van werkblad voor klassiekaal bespreken: wat ligt waar? en functie

Differtentiatie: Degene met laag cijfer mag op internet informatie zoeken

Buitenkant

Binnenkant

Kransslag aders

LB

RB

RK

LK

Bovenste holle ader

Onderste holle ader

Rechter hartklep

Linker 

hartklep

Aortaklep

Aorta

Longslagader

Pulmonarisklep

Harttussenwand

Longader

Hartcyclus

Wat zien we gebeuren?

1. Samentrekken boezems
2. Samentrekken kamers
3. Hart ontspant (hartpauze)

De kleppen zorgen
ervoor dat bloed

1. sneller stroomt
2. niet terugstroomt in de boezems
3. niet terugstroomt in de kamers
4. langzamer stroomt

Hoeveel liter bloed is bij de volwassen mens

1. 6 tot 7 liter
2. 3 liter
3. 4 tot 5 liter
4. meer dan 7 liter

Het hart ligt in de borstholte:

1. achter het borstbeen met de punt naar rechts.
2. achter het borstbeen met de punt naar links.
3. meestal geheel links van het borstbeen.
4. meestal geheel rechts van het borstbeen.

In welk gedeelte van het hart is de wand het dikst (meest gespierd)?

1. linker boezem
2. rechter kamer
3. rechter boezem
4. linker kamer

Functie bloedsomloop

Grote bloedsomloop:

Vervoeren van zuurstofrijk bloed naar alle organen in het lichaam en het afvoeren van zuurstofarm bloed naar het hart.

Kleine bloedsomloop:

Vervoeren van zuurstofarm bloed naar de longen en het afvoeren van zuurstofrijk bloed naar het hart.

Opdracht

Thiememeulenhoff

module 6.15

Opdracht 2, 4, 5, 7 (7 is herhaling vorig jaar)

Wat voor cijfer geef je jezelf nu?

010