ROC Mondriaan

Omzetbelasting HS 6

Omzetbelasting HS 6
Het buitenland en de omzetbelasting
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Omzetbelasting HS 6
Het buitenland en de omzetbelasting

Slide 1 - Slide

Bij transacties tussen ondernemers uit de EU
A
moet de btw betaald worden zowel in het land van oorsprong als in het land van bestemming
B
moet de btw betaald worden in het land waar de goederen/diensten vandaan komen
C
moet btw betaald worden in het land waar de goederen/diensten voor bestemd zijn
D
moet de btw betaald worden aan de fiscus in Brussel (hoofdstad van de EU)

Slide 2 - Quiz

Bij transacties tussen een onderneming en een consument in de EU moet de btw betaald worden
A
in Brussel (hoofdstad van de EU)
B
in het land waar de klant de goederen koopt
C
in het land waar de goederen vandaan komen
D
zowel in Brussel als in het land waar de klant de goederen koopt

Slide 3 - Quiz

Indien een NL ondernemer iets koopt van een EU ondernemer (ICV):
A
geldt bij de levering een btw tarief van 0%
B
geldt bij de levering een btw tarief van 9%
C
geldt een btw-vrijstelling
D
geldt bij de levering een btw tarief van 21%

Slide 4 - Quiz

Wat is GEEN eis voor toepassing 0% tarief btw bij verkoop door NL ondernemer aan een EU ondernemer (ICL)?
A
factuur geven
B
vermelding van btw op de factuur
C
levering via apart formulier (Opgaaf ICP)
D
btw-nr van klant op factuur

Slide 5 - Quiz

uitvoer is:
A
verkoop aan ondernemer uit een EU land
B
koop van een ondernemer uit een niet-EU land
C
koop van een ondernemer uit een EU land
D
verkoop aan ondernemer uit een niet-EU land

Slide 6 - Quiz

Wat is een "Enig document"?
A
Document dat bij uitvoer gebruikt wordt voor de btw aangifte
B
Document dat bij invoer gebruikt wordt voor de btw aangifte
C
Document dat gebruikt wordt bij levering aan een EU ondernemer
D
Document dat er goed uitziet

Slide 7 - Quiz

Bij invoer:
A
kan geen btw (voorbelasting) worden teruggevraagd
B
is sprake van koop van een ondernemer uit een niet-EU land
C
is sprake van verkoop aan een ondernemer uit een niet-EU land
D
kan btw (voorbelasting) worden teruggevraagd

Slide 8 - Quiz

Bij handel tussen buitenlandse ondernemers:
A
betaalt de koper uiteindelijk het factuurbedrag excl. btw aan de leverancier
B
betaalt de koper uiteindelijk de btw aan de fiscus van het land waar de goederen vandaan komen
C
betaalt de koper uiteindelijk geen btw
D
betaalt de koper uiteindelijk de btw aan de fiscus in eigen land

Slide 9 - Quiz

In welk antwoord staat een land dat niet tot de EU behoort?
A
Italië, Slovenië, Tjechië, Hongarije
B
Bulgarije, Spanje, Cyprus, Slowakije
C
Frankrijk, Roemenië, Albanië,Estland
D
Letland,Malta, Zweden,Ierland

Slide 10 - Quiz