ROC Mondriaan

beroep, organisatie en professionele ontwikkeling

beroep, organisatie en professionele ontwikkeling



Laura van Dijk
periode 1, les 1
1 / 73
next
Slide 1: Slide
MZMBOStudiejaar 2

This lesson contains 73 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

beroep, organisatie en professionele ontwikkeling



Laura van Dijk
periode 1, les 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen

je  beschrijft welke belangrijke veranderingen invloed hebben op jouw werk als begeleider binnen de maatschappelijke zorg.

je legt uit waarom maatschappelijke zorg geboden wordt.

Je benoemt welke verschillende soorten zorgsettings ondersteuning aangeboden wordt

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

hoe zitten jullie erbij vandaag
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Planning
- hoe zit je erbij
- periode uitleggen- eindopdracht ( vlog-folder)
- voorkennis activeren maatschappelijke zorg
- theorie mz
- opdracht: eigen regie
- pauze
- voorkennis - 4 stellingen
theorie mz
- afsluiting: lesdoelen evalueren
- Vooruitblik
- Huiswerk

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

werken in de maatschappelijke zorg

Slide 5 - Mind map

woordweb

kijkvraag
noem drie kenmerken hoe een dag van een maatschappelijke begeleider eruit ziet.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

noem drie kenmerken hoe een dag van een maatschappelijke begeleider eruit ziet.

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

voor wie is maatschappelijke zorg bedoeld?
Maatschappelijke zorg is er voor mensen die vanwege problemen of beperkingen niet volledig mee kunnen doen in de samenleving. Denk hierbij bijvoorbeeld aan;

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

psychische of psychiatrishe problemen
lichamelijke beperking
verstandelijke bepering
zintuigelijke beperking
ontbreken van een stabiele woonsituatie
lichamelijke problemen
chronische aandoeningen, ziekte of verwaarlozing
problemen met ( huiselijk) geweld
financiele problemen
verslavingsproblemen.

iedereen kan op een bepaald moment in zijn leven te maken krijgen met een kwetsbaarheid, en hierdoor ( tijdelijk ) de grip op zijn leven verliezen.

Om te voorkomen dat deze mensen buiten de samenleving komen te staan, is er maatschappelijke zorg.

Een begeleider helpt kwetsbare mensen om ( weer) grip op hun leven te krijgen, en om mee te ( blijven) doen in de samenleving.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kijkvraag: Wat is een participatiesamenleving

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Wat is een participatiesamenleving

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

ontwikkelingen die invloed hebben op maatschappelijke zorg

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

welbevinden
Als begeleider richt je je op het Welbevinden van mensen. Welbevinden gaat over het ervaren van kwaliteit van leven, het tevreden zijn met het eigen leven. Een gevoel van welbevinden kan te maken hebben met:
lichamelijke gezondheid
psychische gezondheid
financieel situatie
sociale netwerk
eigen identiteit en cultuur

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

ontwikkelingen die invloed hebben op de maatschappelijke zorg
Diversiteit; Diveresiteit gaat over de verschillen in bijvoorbeeld religieuze achtergrond, cultuur, huidskleur, beperking, gender en leeftijd.

Migratie; Houdt in dat mensen vanuit de ene plaatst naar een andere plaats verhuizen. Vaak bedoelen we hiermee het verhuizen vanuit een andere land naar Nederland.

Vergrijzing; Mensen worden steeds ouder. Het aantal mensen dat 65 jaar of ouder is.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Eigen regie en zelfredzaamheid
Als begeleider houd je in de gaten dat de cliënt zoveel mogelijk eigen regie heeft. Dat betekend dat de cliënt zoveel mogelijk zelf beslist over zijn leven en de ondersteuning daarbij. Je gaat daarbij uit van de mogelijkheden van de cliënt.
Eigen regie en zelfredzaamheid zijn niet hetzelfde, hoewel ze wel met elkaar te maken hebben.  Eigen regie gaat over het zelf kiezen en mede bepalen, en zelfredzaamheid gaat over het zelfstandig mee kunnen doen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht Eigen Regie
wat : Omschrijf "eigen regie " in het kader van persoonlijke ontwikkeling en leren. 
hoe: Reflectie: schrijf een reflectie over jouw persoonlijke ervaring met eigen regie in je studie
hulp: sheet 16, theorie in je licentie 1.3.1
tijd : 20 MIN
uitkomst :begrijpen van de theorie over eigen regie.
klaar: deel jouw persoonlijke ervaringen met een mede student
Verdieping: beschrijf een situatie over eigen regie op jullie stage.

timer
20:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

10 min pauze
na de pauze gaan we starten met stellingen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Maatschappelijke zorg is alleen bedoeld voor mensen met een beperking
A
juist
B
ontjuist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Ondersteunen bij de zelfredzaamheid doe je door de client zoveel mogelijk uit handen te nemen
A
onjuist
B
juist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

inclusie gaat erover dat iedereen, ongeacht de onderlinge verschillen, evenveel moet kunnen meedoen in de maatschappij
A
onjuists
B
juist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Het hebben van eigen regie betekent dat je zoveel mogelijk dingen zelf doet.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

wat is preventief werken?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

positieve gezondheid
Positieve gezondheid is een manier van denken waarbij niet de ziekte of aandoening centraal staat, maar wat er goed gaat en wat iemand in zijn leven wil. Er worden zes dimensies onderscheiden om iemands gezondheid in kaart te brengen.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

positieve gezondheid
lichaamsfuncties;
mentaal welbevinden;
zingeving;
kwaliteit van leven;
meedoen
dagelijks functioneren

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Intramurale zorg betekend
A
binnen de muren, 24 uur zorg aanwezig
B
buiten de muren, zorg op tijden
C
zorg komt thuis
D
revalidatie zorg

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Intramurale zorg
Betekend letterlijk
BINNEN DE MUREN

Dit verblijf kan voor korte duur zijn, zoals bij een opname, maar ook voor langere duur, zoals een woongroep.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

voorbeelden van intramurale maatschappelijke zorg zijn?

Slide 29 - Mind map

This item has no instructions

voorbeelden intramurale maatschappelijke zorg zijn
Opvang voor tienermoeders;
Een organisatie voor mensen met psychiatrische problemen
opvang voor slachtoffers van ( huiselijk ) geweld;
een centrum waar asielzoekers verblijven
een vorm van beschermd wonen waarbij iemand in een woongroep of in een huis woont waar 24 uur per dag begeleiding aanwezig is.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

extramurale zorg betekend?
A
zorg op afroep
B
24 uurs begeleiding
C
zorg buiten de muren
D
dagbehandeling

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

extramurale zorg
Betekent letterlijk
ZORG BUITEN DE MUREN
extramurale zorg wordt ambulante begeleiding of ambulante ondersteuning genoemd. Dit betekend dat je niet steeds op de zelfde plek werkt, maar vaak bij clienten thuis komt.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Semimurale zorg betekend?
A
half tussen de muren en half er buiten
B
begeleid wonen
C
zorg buiten de muren
D
zorg binnen de muren

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Semimurale zorg
Als een client niet meer 24 uur lang bij een zorgorganisatie verblijft, maar overdag wel begeleiding of dagbehandeling krijgt.
Clienten overnachten niet binnen een zorgorganisatie maar slapen thuis.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

heb je nog feedback voor de docent

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

hoe vond je de les, en zijn de leerdoelen behaald

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

vooruit blik
week van 29 Januari 2024
doelgroepen binnen de maatschappelijke zorg
Module 1, hoofdstuk 2 
2.1 t/m 2.8.2

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
lees in de licentie module 1, hoofdstuk 2 ( 2.1 t/m 2.3), schrijf de moeilijke woorden op en zoek de betekenis op.
maak in de licentie de module opdracht NIV 3. orientatie op het beroep.
praktijk situatie;
als begeleider heb je een veelzijdig beroep.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Les 2

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

beroep, organisatie en professionel ontwikkeling




Laura van Dijk 
periode 1, les 2

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Hoe zitten jullie erbij vandaag
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

This item has no instructions

planning
- periode uitleggen- eindopdracht ( vlog-folder) toetsing
- terug blik vorige les 7 sheets- stellingen
- voorkennis activeren maatschappelijke zorg
- theorie mz
- opdracht: verstandelijke beperking 20 min
- pauze- 10 min
- theorie mz
- lesdoelen evalueren
vooruit blik
huiswerk les afsluiting
-huiswerk
- Vooruitblik

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen
* Je beschrijft welke doelgroepen een beroep doen op maatschappelijke       zorg
* Je benoemt hoe het zorgaanbod voor deze doelgroepen eruitziet.
* Je legt uit wat jouw rol als begeleider inhoudt bij het ondersteunen van de verschillende doelgroepen binnen de maatschappelijke zorg.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

wat hebben we vorige les besproken

Slide 44 - Mind map

This item has no instructions

Maatschappelijke zorg is alleen bedoeld voor mensen met een beperking
A
juist
B
onjuist

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

ondersteunen bij de zelfredzaamheid doe je door de client zoveel mogelijk uit handen te nemen
A
juist
B
onjuist

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

inclusie gaat over dat iedereen, ongeacht de onderlinge verschillen, evenveel moet kunnen meedoen in de maatschappij
A
juist
B
onjuist

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

intramurale zorg is een ander woord voor ambulante zorg
A
juist
B
onjuist

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

begeleid wonen is een vorm van extramurale zorg
A
juist
B
onjuist

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

dagbesteding vindt meestal ambulant plaats.
A
juist
B
onjuist

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

welke beperkingen kennen jullie ?

Slide 51 - Mind map

This item has no instructions

mensen met een verstandelijke beperking
Binnen de doelgroep van clienten met een verstandelijek beperking bestaan grote verrschillen. 

LVB; lichte verstandelijke beperking
MVB; matige verstandelijke beperking
EVB; ernstige verstandelijke beperking

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

LVB
Lichte verstandelijke beperking gaat om een IQ van 50 tot 70. Dit is te vergelijken is met de ontwikkelingsleeftijd van negen tot twaalf jaar.

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

LVB
Doordat kinderen, jongeren en volwassenen met een lichte verstandelijke beperking de wereld om hun heen niet goed begrijpen, kunnen zij angstig worden. Ook durven ze vaak niet te zeggen dat ze iets niet begrijpen, waardoor ze stress kunnen ervaren. Deze doelgroep gaat ook makkelijk over grenzen heen.

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

MVB
Matige verstandelijke beperking gaat om een IQ van 35 tot 49. Dit is te vergelijken met een ontwikkelingsleeftijd van zes tot negen jaar.

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

MVB
Bij de benadering van clienten met een matige beperking is het raadzaam om de volgende aandachtspunten in acht te nemen ;

Slide 56 - Slide

This item has no instructions

MVB
* neem de tijd
* verlaag het tempo
* gebruik eenvoudige en korte zinnen.
* laat de client dingen zelf doen en/of samen

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

EVB
bij een ernstige verstandelijke beperking gaat het om een IQ van 20 tot 34. Dit is te vergelijken met de ontwikkelingsleeftijd van drie tot vijf jaar.

Slide 58 - Slide

This item has no instructions

EVB
Mensen met een ernstige verstandelijke beperking kunnen vaak niet goed spreken. Hierdoor kunnen ze moeilijk hun wense en behoefte aangeven.

Slide 59 - Slide

This item has no instructions

Slide 60 - Video

This item has no instructions

opdracht
wat : Definitie en kenmerken bij Licht Verstandelijke Beperking
hoe :  Beschrijf  wat een Licht Verstandelijke Beperking precies is en welke kenmerken hiermee geassocieerd worden. Denk aan intellectueel functioneren, sociale aanpassing
hulp : sheet 14 en 15 Theorie licentie
tijd : 20 min
uitkomst: Begrijpen van de theorie over verstandelijke beperking
klaar :
verdieping : Bespreek hoe een Licht Verstandelijke Beperking het dagelijks leven beïnvloedt, inclusief onderwijs, werk, sociale relaties en zelfstandigheid
timer
20:00

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

lichamelijke beperking
onder een lichamelijke beperking vallen verschillende soorten beperkingen;
problemen in de ontwikkeling van spraak en taal, stoornissen van het bewustzijn en motorische beperking. Ook kun je denken aan  aandoeningen die veroorzaakt worden door ziekte een ongeluk waardoor iemand zich beperkt of niet kan bewegen.

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

Mensen met een visuele beperking
A
zijn slecht horend
B
zijn blind of slechtziend
C
doof, blind
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 63 - Quiz

This item has no instructions

mensen met een auditieve beperking
A
zijn blind
B
zijn blind en doof
C
doof, slechthorend
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 64 - Quiz

This item has no instructions

Mutisme/ selectief mutisme
Door een auditieve beperking kunnen mensen een beperkte ontwikkeling van de spraak hebben. Soms is dit helemaal niet ontwikkeld. Als iemand niet kan spreken wordt dit mutisme genoemd.
Selectief mutisme is de situatie waarin iemand qua ontwikkeling en lichamelijke mogelijkheden wel zou kunnen spreken, maar dat door een psychische aandoening niet doet.

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

Niet Aangeboren Hersenletsel
NAH

Slide 66 - Mind map

This item has no instructions

NAH
Kan ontstaan na een ongeluk og een ziekte zoals een hersenontsteking, beroerte of hartstilstand.

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

evaluatie leerdoelen

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

vooruit blik

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Wat is jouw rol als begeleider binnen de zorg voor mensen met een lichamelijke en/ of zintuigelijke beperking? Graag uitwerken inleveren de volgende les.
lees in de licentie module 1, hoofdstuk 2 ( 2.3 t/m 2.8.3), schrijf de moeilijke woorden op en zoek de betekenis op.

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

beroep, organisatie en professionel ontwikkeling



Laura van Dijk
periode 1, les 3

Slide 71 - Slide

This item has no instructions

Hoe zitten wij erbij
😒🙁😐🙂😃

Slide 72 - Poll

This item has no instructions

Leerdoelen
* Je kunt omschrijven welke doelgroepen een beroep doen op maatschappelijke zorg
* Je kunt omschrijven hoe het zorgaanbod voor deze doelgroepen eruitziet.
* Je kunt uitleggen wat jouw rol als begeleider inhoudt bij het ondrsteunen van de verschillende doelgroepen binnen de maatschappelijke zorg.

Slide 73 - Slide

This item has no instructions