ROC Mondriaan

TaalCompleet B1 thema 1 herhaling (1/2)

TaalCompleet B1 
herhaling thema 1
                              Taalcompleet B1 
Thema 1: herhaling
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

TaalCompleet B1 
herhaling thema 1
                              Taalcompleet B1 
Thema 1: herhaling

Slide 1 - Slide

Grammatica
  • Voltooide tijd: regelmatig en onregelmatig (kopie)
  • Wat ben je aan het doen? 
  • Vaste combinaties 
  • Hobby's: handige zinnen

Slide 2 - Slide

Maak zinnen met 'aan het'
Schrijf zinnen van minimaal 7 woorden.

Slide 3 - Slide

Wat doen de kinderen?

Slide 4 - Open question

Wat doet de vrouw?

Slide 5 - Open question

Wat doet deze man?

Slide 6 - Open question

Wat doen deze mannen?

Slide 7 - Open question

Vaste combinaties

Slide 8 - Slide

Tijdens mijn studie ga ik 6 maanden stage .............
A
krijgen
B
nemen
C
lopen
D
hebben

Slide 9 - Quiz

Het is al 12 uur en ik heb nog niet ontbeten. Nu ............ ik heel veel honger!
A
krijg
B
heb
C
wil
D
ben

Slide 10 - Quiz

Morgen doe ik voor de derde keer rijexamen. Ik hoop dat ik eindelijk mijn rijbewijs ga .................
A
halen
B
krijgen
C
hebben
D
doen

Slide 11 - Quiz

Ahmed werkt bij de NS. Hij ......... al 12 jaar in dienst bij deze organisatie.
A
heeft
B
komt
C
is
D
blijft

Slide 12 - Quiz

Mijn moeder ... zich zorgen over de gezondheid van mijn oma.
A
heeft
B
is
C
maakt
D
doet

Slide 13 - Quiz

Handige zinnen

Slide 14 - Slide

Wat vind je spannend?
Maak een zin met "om".

Slide 15 - Open question

Wat is je hobby?
Maak een zin met "graag".
Schrijf minimaal 4 woorden.

Slide 16 - Open question

Woordenschat

Slide 17 - Slide

1. Govert was heel ........ ...... de cursus.
Hij vond dat hij veel leerde.
A
depressief met
B
ideaal voor
C
enthousiast over
D
populair met

Slide 18 - Quiz

2. Dit is een ..... boek als je nieuwe woorden wil leren.
A
stabiel
B
direct
C
ideaal
D
eenzaam

Slide 19 - Quiz

3. Als je een bedrijf hebt, moet je veel ..... doen voor de belastingdienst
A
recht
B
administratie
C
manager
D
uitdaging

Slide 20 - Quiz

4. Het is een goede ..... om elke dag een half uur te wandelen.
A
gewoonte
B
talent
C
karakter
D
milieu

Slide 21 - Quiz

5. Als de docent een fout maakt,
moet ze dat gewoon ...
A
ontstaan
B
opgeven
C
toegeven
D
een rol spelen

Slide 22 - Quiz

6. In 1956 werd Marokko ...
van Frankrijk en Spanje.
A
deskundig
B
onafhankelijk
C
gastvrij
D
onderdeel

Slide 23 - Quiz

7. ... het slechte weer is er vandaag
geen voetbalmatch.
A
ondanks
B
in verband met
C
onder leiding van
D
contact opnemen met

Slide 24 - Quiz

8. Het ... in Nederland bestaat uit veel bossen.
A
landschap
B
woestijn
C
onderdeel
D
ruimte

Slide 25 - Quiz

9. Maak een zin met het woord 'ruimte'.

Slide 26 - Open question

10. Maak een zin met het woord 'doel'.

Slide 27 - Open question

11. Maak een zin met het woord 'klaarmaken'.

Slide 28 - Open question

12. Maak een zin met het woord 'milieu'.

Slide 29 - Open question

13. Maak een zin met het woord 'onderdeel'

Slide 30 - Open question

14. Maak een zin met het woord 'vertrouwen' in de voltooide tijd.

Slide 31 - Open question

15. Welke woorden
passen bij
"karakter"?

Slide 32 - Mind map

Ben je klaar voor de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll